2H2 19 mei 2021 Ch5 gr C passé composé met être

Klaar? Maak ex. 13cd
timer
8:00
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Klaar? Maak ex. 13cd
timer
8:00

Slide 1 - Tekstslide


  • 13cd bespreken/nakijken
  • Uitleg grammaire C
  • Maken: ex. 14a, 13f, 14bcd (15*)
  • Corriger ex. 14a & 13f


  • Neem zelf grammaire C door
  • Maak zelf ex. 13f, 14, (15*)
  • nakijken in de volgende les


Klaar? 
- Verder werken in WB B: ex. 16b (online), 16d, 18, 19abc, 20, 21
- Leren voca ABE - grammaire C



< 6,5

> 6,5

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog over de passé composé?

Slide 3 - Woordweb

Le passé composé
  • Om te zeggen dat iets gebeurd is
  • Hulpwerkwoord avoir + voltooid deelwoord

  • Nous avons mangé. (Wij hebben gegeten)

Slide 4 - Tekstslide

Corriger ex. 13c

  1. présent
  2. passé composé
  3. passé composé
  4. présent
  5. présent
  6. passé composé 
Corriger ex. 13d

  1. fini - geïndigd
  2. tombé - gevallen
  3. allé - gegaan
  4. rougi - gebloosd
  5. resté - gebleven
  6. choisi - gekozen

Slide 5 - Tekstslide

Faire ex. 14a
Gebruik het hww avoir!
  • (1) Tu (passer) 
  • vt dw maken: passer - r --> passe --> passé
  • Tu as passé
  • (2) Nous (louer) --> nous avons loué
  • (3) Tu (aimer) --> tu as aimé
  • (4) J' (adorer) --> j'ai aimé
  • (5) Vous (participer) --> vous avez participé
timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Le passé composé (1/5)
  • Chapitre 5: grammaire C + WB ex. 13, 14
  • Om te zeggen dat iets gebeurd is
  • Hulpwerkwoord avoir + voltooid deelwoord:

  • Tu as dansé. (Jij hebt gedanst)
  • Il est allé. (Hij is gegaan)
  • Toch?

Slide 7 - Tekstslide

Le passé composé (2/5)
  • Tu as dansé. (Jij hebt gedanst)
  • Hulpww avoir "as"

  • Il est allé. (Hij is gegaan).
  • Hulpww être "est"

Slide 8 - Tekstslide

Passé composé (3/5)
  • Kan met hww avoir
  • Kan met hww être 

  • Meestal hetzelfde als in het NL
  • Ik heb gedanst - J'ai dansé
  • Zij hebben gegeten - Ils ont mangé

Slide 9 - Tekstslide

faire ex. 13e
  • (1) Marc et ses parents __________ partis en vacances.
  • Vertaling: M. en zijn ouders zijn/hebben vertrokken op vakantie. 
  • NL = zijn, in het Frans ook
  • M. et ses parents = ils
  • dus: (ils) sont partis.

  • Van welk hele ww komt "partis"?
  • Partir                                                            Wat is hier het voltooid deelwoord van?
  • Partir - r = parti

Slide 10 - Tekstslide

faire ex. 13e (2 - 6)
  • (1) Marc et ses parents __________ partis en vacances.
  • Vertaling: M. en zijn ouders zijn/hebben vertrokken op vakantie. 
  • NL = zijn, in het Frans ook
  • M. et ses parents = ils
  • dus: (ils) sont partis
  • Klaar? maak ex. 13f, 14ab
timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Corriger ex. 13e

Slide 12 - Tekstslide

Passé composé
met être: valt je iets op? (4/5)
  • Il est allé.
  • Ils sont allés.
  • Elle est allée.
  • Elles sont allées. 

Slide 13 - Tekstslide

Passé composé
met être (5/5)
  • Als de passé composé met être is, kun je een -e/-s achter het voltooid deelwoord krijgen
  • Denk aan bijv. nw.
  • Mnl ev = -      (il est allé)
  • Mnl mv = -s   (ils sont allés)
  • Vrl ev = -e       (elle est allée)
  • Vrl mv = -es    (elles sont allées

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Les devoirs 



Donderdag 3 juni: SO voca ABE - gr CG
Huiswerk voor de volgende les:
Maken: ex. 13cde, 14a
Leren voor MO: voca E
Herhalen voca AB - être, avoir, regelmatige ww op -er/-ir

Slide 17 - Tekstslide