1.8 Spelling herhalen/oefenen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

HERHALING 

1.8 Spelling (en grammatica)

Wat is waar?

1. de persoonsvorm verandert met de vraagproef
2. Een zin heeft geen zinsdelen
3. het wg bestaat uit alleen maar werkwoorden
4. Het onderwerp is altijd een persoon

Schrijf de persoonsvorm op van de zin:
"Ik heb mijn huiswerk voor Engels altijd af."

Schrijf de juiste vorm van het werkwoord

(winnen) Mijn broer ...... altijd met gamen.

Wat is het gezegde in de zin:
Sarah en Koen kunnen erg goed voetballen.

Wat is het onderwerp in de zin:
Sarah en Koen kunnen erg goed voetballen.

Schrijf het HELE WERKWOORD op:

Mijn oma BETAALT altijd de boodschappen.

Schrijf van het woord het de verleden tijd op:

Mijn oma BETAALT altijd de boodschappen.

Schrijf het HELE WERKWOORD op:

De honden hebben samen buiten GESPEELD.

Schrijf het onderwerp op:

De honden hebben samen buiten gespeeld.

Wat is de persoonsvorm?

Gisteren heb ik heel lang zitten gamen.

1. zitten
2. gamen
3. heb zitten gamen
4. heb

Wat is het gezegde?

Gisteren heb ik heel lang zitten gamen.

1. zitten
2. gamen
3. heb zitten gamen
4. heb

Wat is het onderwerp?

Gisteren heb ik heel lang zitten gamen.

1. zitten
2. gamen
3. ik
4. gisteren

Aan het werk

Oefenen voor de toets

*versterk jezelf 1.8

*numo