Politiek 3.3 Op wie ga jij stemmen?

3.3 Op wie ga jij stemmen?
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3.3 Op wie ga jij stemmen?

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Start opdracht
Lesdoelen
instructie 
Aan het werk
Bespreken gemaakte werk

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen vorige les
Je kunt het verschil uitleggen tussen democratie en dictatuur.
Je kunt een aantal kenmerken van een democratie en dicatuur noemen en toepassen.
Je kunt het begrip censuur in eigen woorden uitleggen. 

Slide 3 - Tekstslide

Nederland is een democratie.
Wat betekent democratie?
A
De koning regeert
B
Het kabinet regeert
C
God regeert
D
Het volk regeert

Slide 4 - Quizvraag

Grondrechten zijn...
A
Wetten voor de samenleving.
B
De rechten van burgers en de overheid die staan vastgelegd in de grondwet.
C
Schoolregels.
D
De plichten van de burgers en de overheid die staan vastgelegd in de grondwet

Slide 5 - Quizvraag

Wet waarin alle belangrijke grondrechten staan
Belangrijke rechten van de burgers
Grondwet
Grondrechten 

Slide 6 - Sleepvraag

censuur is...
A
expres weglaten of veranderen van bepaalde informatie
B
het opdringen van een mening
C
bewust en onbewust kiezen wat je wil zien
D
je een beeld vormen van iets, iemand of een situatie

Slide 7 - Quizvraag

Leerdoelen
-Je kunt uitleggen wat de begrippen 'links' , midden, en 'rechts' betekenen in de politiek (wat willen linkse partijen, midden partijen en wat willen rechtse partijen?)

- Je kunt een aantal voorbeelden van linkse, midden en rechtse partijen noemen

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Kijkopdracht: Filmfragment
Wat is volgens jou het belangrijkste onderwerp waarover linkse en rechtse partijen verschillend denken? 

Slide 14 - Tekstslide

0

Slide 15 - Video

'De overheid moet minder regels opleggen aan de bevolking'.
Links of rechts?
Rechts, want rechtse partijen willen geen actieve overheid.

Slide 16 - Tekstslide

'Er mag best een verschil zitten tussen arm en rijk'.
Links of rechts?
Rechts, het is eigen verantwoordelijkheid. Wil je meer geld? Dan moet je maar meer werken.

Slide 17 - Tekstslide

'Nederland moet meer geld geven aan arme landen'.
Links of rechts?
Links, want linkse partijen willen de zwakkeren helpen.

Slide 18 - Tekstslide

Criminelen moet je gewoon heel lang opsluiten.
A
Links
B
Rechts

Slide 19 - Quizvraag

Uitkeringen voor werklozen moeten omhoog
A
Links
B
Rechts

Slide 20 - Quizvraag

Links of rechts?
Als je een topinkomen hebt moet je meer belasting betalen
A
Links
B
Rechts

Slide 21 - Quizvraag

Links of rechts?
Als je een topinkomen hebt moet je meer belasting betalen
A
Links
B
Rechts

Slide 22 - Quizvraag

Maken van opdrachten
Wat ga je doen?  op Blz. 68 / 71
opdracht 1 t/m 7
Hoe ga je dat doen?  Overleg met de persoon naast je
Hulp nodig bij het maken?  Kijk in de tekst blz. 68
Tijd: 15 min
Klaar?  Maak de begrippenlijst + samenvatting
en 72 en 73

Slide 23 - Tekstslide

Welke  partij zou jij kiezen?

www.youngvoice.nl

Slide 24 - Tekstslide