Alle of allen, beide of beiden?
Woorden als alle(n), beide(n), enkele(n), weinige(n) en vele(n) schrijf je soms zonder -n en soms met -n.
Voorbeeld:
- Alle fietsen die voor school stonden, zijn verwijderd.
--> Alle zijn ze verwijderd.- zelfstandig gebruikt en verwijst naar dingen - Alle kinderen die voor school stonden, hebben gymles.
--> Allen hebben gymles. zelfstandig gebruikt en verwijst naar personen