The american way of life

4.3 The American way of life
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

4.3 The American way of life

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je:
-uitleggen wat we bedoelen met The American way of life.
-uitleggen wat de American dream is.
-uitleggen hoe de samenleving veranderde op sociaal, economisch en politiek gebied in de VS.
-uitleggen wat we bedoelen met Amerikanisering.
-uitleggen waarom de jongerencultuur zo belangrijk werd.

Slide 2 - Tekstslide

West-Europa werd in 1944 en 1945 onder andere bevrijd door
A
Spanjaarden
B
Amerikanen
C
Russen
D
Italianen

Slide 3 - Quizvraag

Welvarend USA
  • Tweede wereldoorlog: Amerika in welvarende periode --> oorlogsproductie gaf werk, economische vrijheid.
  • 1945: Europa in puin--> jaloers op Amerikanen. 
  • Veel luxe producten namen soldaten mee: vb. sigaretten, chocolade, kauwgom, cola.

Slide 4 - Tekstslide

Noem vier luxe producten die de Amerikaanse soldaten meenamen

Slide 5 - Open vraag

Waarom waren de Europeanen jaloers op de Amerikanen?

Slide 6 - Open vraag

Amerikaanse droom
  • Consumptiemaatschappij: luxe goederen kopen zoals koelkasten,barbecue,vaatwasser, tv’s,enz.
  • Optimistisch in economie
  • Babyboom --> explosieve groei van geboortes
  • Vanaf 1945: “Suburbs”

Slide 7 - Tekstslide

Wat hoort er te staan:
Na de oorlog bleef die welvaart, want de Amerikanen kochten massaal
A
luxeproducten
B
chocola
C
grote huizen
D
wapens

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een consumptiemaatschappij?

Slide 9 - Open vraag

Wat is een babyboom?

Slide 10 - Open vraag

Wat is de Amerikaanse droom?

Slide 11 - Open vraag

Fastfood
  • Amerikanen veel onderweg van suburbs naar de drukke stad voor werk.
  • Druk leven, tijd speelt een rol
  • Buiten de deur eten: goedkoop en snel
  • Geboorte van: Mc Donalds

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de suburbs?

Slide 13 - Open vraag

Waardoor zou de McDonalds zo populair zijn geworden?

Slide 14 - Open vraag

TV
  • 1955: 2/3 van de Amerikanen had een televisie
  • Tv bracht je nieuws, entertainment en reclames in je eigen huis
  • Commerciële zenders->verdienen geld aan bedrijven die zendtijd inkopen voor reclames.

Slide 15 - Tekstslide

Televisie was een belangrijk massamedium. Wat betekend dit?

Slide 16 - Open vraag

Op de tv werden soeps getoond, iets wat in Nederland pas in de jaren 90 op de tv kwam. De eerste Nederlandse soap loopt nog steeds, namelijk

Slide 17 - Open vraag

De Amerikaanse tv werd verzorgd door …… zenders,
A
publieke
B
commerciele

Slide 18 - Quizvraag

Noem voorbeelden van zenders op tv.

Slide 19 - Woordweb

Elvis
  • Meer welvaart, meer geld beschikbaar
  • Jongeren verdienden ook zelf geld: 
eigen levensstijl ontwikkelen: 1955 
jongerencultuur 
  • Eigen normen en waarden, kleding, muziek, 
consumptiegoederen, enz.
  • Popmuziek en Rock ‘n Roll populair
  • 1956: Popidool Elvis Presley was voorbeeld
  • Rage sloeg ook over naar Europa

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Tot de jaren 60 hadden jongeren zich altijd gekleed zoals hun ouders en luisterden ze naar de muziek van hun ouders. Nu kregen zeNu kregen ze hun eigen muziek, de …..

Slide 22 - Open vraag

Dit werd door de oudere generatie als seksistisch dansen gezien.

Slide 23 - Tekstslide

Wie is deze man? (geef de hele naam)

Slide 24 - Open vraag

Rond 1955 ontstond voor het eerst een
A
Economie
B
Jongerencultuur
C
stijl
D
politieke partij

Slide 25 - Quizvraag

Noem een aantal kenmerken van deze jongerencultuur

Slide 26 - Open vraag

Amerikanisering
  • Na WO II neemt de Amerikaanse invloed in Europa toe door o.a. het Marshallplan

  • Gevolg: Cultuurverandering in Europa met Amerikaans tintje 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Noem wat voorbeelden van de amerikanisering

Slide 29 - Open vraag

Noem een Amerikaans bedrijf die bekend is in Nederland (niet McDonalds)

Slide 30 - Open vraag

Wat vind je van deze manier van lesgeven?

Slide 31 - Woordweb