vaste voorzetsels

vaste voorzetsels
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

vaste voorzetsels

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
stillezen
Uitleg vaste voorzetsels bij werkwoorden
zelf oefenen
nakijken

Slide 2 - Tekstslide

Ik ben benieuwd ... de cijfers.
A
naar
B
bij
C
met
D
over

Slide 3 - Quizvraag

Hij is verantwoordelijk ... de organisatie van het feest.
A
aan
B
op
C
voor
D
met

Slide 4 - Quizvraag

Ik moest hem herinneren .... de afspraak.
A
naar
B
aan
C
van
D
voor

Slide 5 - Quizvraag

Leerdoel:
Ik herken vaste voorzetsels. 

Slide 6 - Tekstslide

Vaste voorzetsels

Veel werkwoorden hebben een vast voorzetsel: vertrouwen op, beschikken over, zich schamen voor.

Slide 7 - Tekstslide

Vast voorzetsel

De betekenis van het werkwoord verandert soms als er zo'n vast voorzetsel bij staat.

Bijvoorbeeld:

Ik houd kippen in de tuin.


Ik houd van kip met appelmoes.

Slide 8 - Tekstslide

Hij wilde niet ingaan .... mijn voorstel.
A
aan
B
met
C
tot
D
op

Slide 9 - Quizvraag

In overeenstemming ... onze afspraak was hij er om tien uur.
A
in
B
bij
C
voor
D
met

Slide 10 - Quizvraag

Ik ga maar af ... wat de dokter zegt.
A
bij
B
op
C
naar
D
voor

Slide 11 - Quizvraag

Opdrachten maken
Maak online de volgende opdrachten
Cursus 6 formuleren
§6 vaste voorzetsels bij werkwoorden

Slide 12 - Tekstslide