aeneas en velle nolle malle
1 / 16
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke vorming hoort bij welke tijd?
praesens
imperfectum
perfectum
plusquam perfectum
stam + uitgang
stam + ba + uitgang
pf-stam + pf-uitgang
pf-stam + era + uitgang
Slide 2 - Sleepvraag
Welke vertaling hoort bij welke tijd? (velle)
praesens
imperfectum
perfectum
plusquam perfectum
hij wil
hij wilde
hij heeft gewild
hij had gewild
Slide 3 - Sleepvraag
welke onregelmatige werkwoorden kende je hiervoor al in het Latijn?
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Tekstslide
Kun je het rijtje van het praesens van nolle maken?
1e ev
2e ev
3e ev
1e mv
2e mv
3e mv
nolumus
non vis
non vultis
nolo
non vult
nolunt
Slide 6 - Sleepvraag
Slide 7 - Tekstslide
Welke vorm hoort bij welke tijd?
praesens
imperfectum
perfectum
plusq. pf.
vis
nolebat
voluit
noluerat
maluerant
maluerunt
malui
malebam
volueram
vultis
Slide 8 - Sleepvraag
Slide 9 - Tekstslide
volebamus
A
ik wil
B
wij willen
C
ik wilde
D
wij wilden
Slide 10 - Quizvraag
malo
A
ik wil niet
B
ik wil liever
C
ik wil
D
geen van deze antwoorden
Slide 11 - Quizvraag
mavultis
A
jij wil
B
jullie willen
C
jij wil liever
D
jullie willen liever
Slide 12 - Quizvraag
noluit
A
hij heeft niet gewild
B
hij wil niet
C
hij had niet gewild
D
hij heeft liever gewild
Slide 13 - Quizvraag
Hoe vertaal je 'eo'?
Slide 14 - Open vraag
laatste: isti
A
jullie zijn gegaan
B
jullie gaan
C
jij bent gegaan
D
jij gaat
