H3 Voorbereiding toets over hoofdstuk 2 en molrekenen

H/V3 Voorbereiding toets
 hoofdstuk 2 en molrekenen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H/V3 Voorbereiding toets
 hoofdstuk 2 en molrekenen

Slide 1 - Tekstslide

Suspensie
Emulsie
Oplossing
Soort mengsel
Voorbeeld
Vaste stof die niet oplost in vloeistof
Vloeistof die niet oplost in vloeistof
Vaste stof of vloeistof die wel oplost in vloeistof
Krijt in water
Suiker in water
Mayonaise

Slide 2 - Sleepvraag

Elektrolyse
Fotolyse
Thermolyse
Soort ontleding
Voorbeeld
Met behulp van elektrische stroom
Met behulp van licht
Met behulp van warmte
Ontleding van water in toestel van Hoffman
Aanbranden van rijst
Verkleuring van behang

Slide 3 - Sleepvraag

Welk van deze reactievergelijkingen gaat over een ontleding?
A
2H2+O22H2O
B
2Na+Cl22NaCl
C
CH4+2O2CO2+2H2O
D
CH4C+2H2

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het juiste reactieschema van de fotolyse van zilverbromide?
A
2AgBr2Ag+Br2
B
2Ag+Br22AgBr
C
zilverbromide -> zilver + broom
D
zilverbromide + licht -> zilver + broom

Slide 5 - Quizvraag

Welke term geldt niet voor zout (NaCl)?
A
zuivere stof
B
ontleedbare stof
C
verbinding
D
mengsel

Slide 6 - Quizvraag

Als een stof verwarmd wordt, dan
A
worden de moleculen groter
B
gaan de moleculen sneller bewegen
C
gaan de atomen verder uit elkaar
D
kunnen de moleculen in de gasfase komen

Slide 7 - Quizvraag

IJzer
Lood
Waterstof
Stikstof
Chloor
Koolstof
Pb
C
N
H
Fe
Cl

Slide 8 - Sleepvraag

Wat is de index en wat betekent dit in
3Na2O
A
index = 2 betekenis: aantal zuurstofatomen
B
index = 2 betekenis: aantal natriumatomen
C
index = 3 betekenis: aantal zuurstofatomen
D
index = 3 betekenis: aantal natriumoxide moleculen

Slide 9 - Quizvraag

Wat heb je NIET nodig om een verbranding te laten starten?
A
brandbare stof
B
zuurstof
C
vuur
D
hoge temperatuur

Slide 10 - Quizvraag

Welke stof ontstaat er niet bij de verbranding van natriumsulfide
Na2S
A
koolstofdioxide
B
zwaveldioxide
C
natriumoxide
D
Na2O

Slide 11 - Quizvraag

Is dit een mengsel
of een zuivere stof?
A
zuivere stof, want het is maar een groot molecuul
B
mengsel, want je ziet Cl O en H atomen
C
mengsel, want je ziet Cl2 en H2O
D
zuivere stof, want er zijn twee watermoleculen

Slide 12 - Quizvraag

Welke coëfficiënt moet er op de ...?
1C2H6O+...O22CO2+3H2O
A
2
B
3
C
3,5 (en daarna alles verdubbelen)
D
4

Slide 13 - Quizvraag

Geef de kloppende reactievergelijking van de ontleding van ethaan (C2H6) waarbij koolstof en waterstof ontstaan.

Slide 14 - Open vraag

Hoeveel mol komt overeen met 36 gram water?

Slide 15 - Open vraag

Hoeveel gram komt overeen met
3 mol van de stof zuurstof?

Slide 16 - Open vraag

Hoeveel mol water ontstaat er bij de verbranding van 6,2 mol waterstof?
2H2+1O22H2O

Slide 17 - Open vraag

Hoeveel gram koolstofdioxide ontstaat er bij de volledige verbranding van 2 mol koolstof?
1C+1O21CO2

Slide 18 - Open vraag