Kern 1TH Grammatica woordsoorten Les 5: Zelfstandig naamwoord en lidwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 1

Welkom 1A!

Doe je telefoon in de telefoontas.

Ga zitten volgens de plattegrond.

Deze les...

- Voorlezen: Offerkind 

- Lesdoelen doornemen

- Uitleg en oefening Les 5: Zelfstandig naamwoord en lidwoord

- Aan de slag!

Voorlezen: Offerkind

Doelen

- Ik kan zelfstandig naamwoorden in een zin aanwijzen.

- Ik kan lidwoorden in een zin aanwijzen.

- Ik ken het verschil tussen bepaalde en onbepaalde 

   lidwoorden.

Ik kan zelfstandig naamwoorden in een zin aanwijzen.

😒🙁😐🙂😃

Ik kan lidwoorden in een zin aanwijzen.

😒🙁😐🙂😃

Ik ken het verschil tussen bepaalde en onbepaalde lidwoorden.

😒🙁😐🙂😃

Zelfstandig naamwoord (zn)

- Medipladi (mensen, dieren, planten, dingen)

- Je kunt er vaak de, het of een voor zetten.

- Je kunt er vaak een enkelvoud of meervoud van maken.

- Je kunt er vaak een verkleinwoord van maken.

- Ook namen van personen, plaatsen en merken zijn zn!

Zelfstandig naamwoord (zn)

Ook namen zijn zn:

- Virgil van Dijk

- Ichthus College

- IJsselmuiden

- Full Color Festival

Zelfstandig naamwoord (zn)

'Stift' is een zelfstandig naamwoord omdat...

- het een ding is (medipladi)

- je er de of een voor kunt zetten: de stift, een stift

- je er een meervoud van kunt maken: stiften

- je er een verkleinwoord van kunt maken: stiftje

Zelfstandig naamwoord (zn)

Toon zelf op zo veel mogelijk manieren aan dat 'boek' een zelfstandig naamwoord is.

(Vul in op de volgende pagina.)

Toon zelf op zo veel mogelijk manieren aan dat 'boek' een zelfstandig naamwoord is.

Wat zijn de vier zn's in de volgende zin?

Luca bakt iedere woensdag koekjes voor zijn moeder.

Wat zijn de drie zn's in de volgende zin?

In maart viert Jonathan zijn twaalfde verjaardag.

Wat zijn de drie zn's in de volgende zin?

Lieke verhuist naar een mooi, groot huis in Wilsum.

Ik kan het zelfstandig naamwoord in een zin aanwijzen.

😒🙁😐🙂😃

Lidwoord (lw)

Het lidwoord staat altijd vóór een zelfstandig naamwoord.

Er zijn drie lidwoorden: de, het en een.

'De' hoort bij mannelijke en vrouwelijke woorden.

'Het' hoort bij onzijdige woorden.

'Een' hoort bij mannelijke, vrouwelijke en onzijdige woorden.

Lidwoord (lw)

'De' en 'het' zijn bepaalde lidwoorden (blw).

'Een' is een onbepaald lidwoord (olw).

Op de tafel ligt het etui met een passer en een geodriehoek.

Beantwoord op de volgende dia:

Is het onderstreepte woord 

een bepaald of een onbepaald lidwoord?

Mijn zusje kon de grap niet waarderen.

Mijn zusje kon DE grap niet waarderen.

1. bepaald lidwoord
2. onbepaald lidwoord

Beantwoord op de volgende dia:

Is het onderstreepte woord 

een bepaald of een onbepaald lidwoord?

Wil jij een saucijzenbroodje of een frikandelbroodje?

Wil jij een saucijzenbroodje of EEN frikandelbroodje?

1. bepaald lidwoord
2. onbepaald lidwoord

Beantwoord op de volgende dia:

Is het onderstreepte woord 

een bepaald of een onbepaald lidwoord?

Robin en Suzanne geven volgende week een knalfeest.

Robin en Suzanne geven volgende week EEN knalfeest.

1. bepaald lidwoord
2. onbepaald lidwoord

Ik ken het verschil tussen bepaalde en onbepaalde lidwoorden.

😒🙁😐🙂😃

Aan de slag!

MNV opdr. 1 t/m 6, blz. 14-15

Deze opdrachten zijn huiswerk voor donderdag 2 november.