Hindoeisme

• GMF
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

H

i

n

d

o

e

ï

s

m

e

Leerdoelen: 

1. Ik maak kennis met de 3 belangrijkste goden binnen het hindoeïsme.

2. Ik krijg informatie over het ontstaan van het hindoeïsme.

3. Ik leer over symbolen, geschriften en gebruiken binnen het hindoeïsme.

4. Ik leer een aantal belangrijke begrippen binnen het hindoeïsme.

Wat weet jij over het hindoeïsme?

Een korte inleiding

-Hindoeïsme ontstond ca. 4000 jaar geleden in India

-Het is de oudste grote godsdienst ter wereld

-De heilige taal van het Hindoeïsme is het Sanskriet

-Het geloof mag op vele manieren worden beleefd

-Veel verschillen tussen dorpen, streken en landen

-Wat heilig is: priesters, goeroes, sadhoes, koeien, de rivier de Ganges

Geloof

• Vrij geloof (levensfilosofie)
• Brahman is oppergod
• Brahman is de onveranderlijke goddelijke kracht. 
• Veel goden-> alles is Brahman
• Bhakti: toewijding
• Moksha: verlossing
• Karma: goede en slechte daden
• Reincarnatie: terugkeer in een nieuw leven

Holy cow

-Heilig, omdat de koe vergeleken wordt met de 'oermoeder'

-De koe geeft ons veel

-Hindoes eten geen rundvlees

 -Er zijn tempels voor de koe

de Ganges

-De grote heilige rivier.

-Staat voor de godin Ganga.

-Hindoes gaan naar de Ganges om hun ziel te reinigen in het water.

-Een gelukkige Hindoe mag gecremeerd worden op de Ganges.

Andere heilige rivier: Bagmati.

Feesten

Holi: Nieuwjaarsfeest

Pitri Poedja: Voorouders vereren

Divali: lichtfeest

Tempel

Het heilige huis is de tempel

Veel Hindoes hebben een tempel thuis

Men brengt offers aan de goden: wierook, bloemen, eten en drinken

De tempel wordt bezocht op bijzondere dagen

Veda's

Heilige boeken zijn de Veda's

Hierin staan wijsheden van de zieners

Upanishads: filosofische verhalen van de leraren (guru's)

Mahabharata: Mythologisch  familieverhaal van de goden

In deze verhalen komen ook avatars voor. 

Belangrijke begrippen:

Reincarnatie
-Opvatting dat je ziel of geest na de dood in een ander levend wezen wordt geboren.

-Als je goed geleefd hebt, kun je in een hogere kaste geboren worden (er is een kastenstelsel met 4 hoofdkasten).  1. de priesters, 2. de heersers, 3. de landbouwers, 4. de arbeiders.

-Karma = Het gevolg van slechte daden.

-Dharma = De normen en waarden binnen het hindoeïsme. Leefregels.

-Samsara = de cyclus van dood en wedergeboorte zonder begin en schijnbaar zonder eind.

-Het Hindoeïsme kent vele symbolen

 -Het bekendste symbool = Om

-Om is het oersymbool en stelt ook een klank of trilling voor. De trilling van de oorsprong.

-Om staat voor de essentie van ultieme realiteit of bewustzijn. Ook wel de 'Atman' genoemd; de goddelijke oorsprong in jezelf.

-Om is een lettergeep die ook 'gezongen' wordt voor het lezen van een heilig geschrift of yoga-activiteit.

Sanskriet

-Sommige hindoes geloven dat je  met deze taal  kunt communiceren met de goden.

-Het wordt nu bijna niet meer gesproken. Nu spreekt men Hindi, dat is voortgekomen uit het Sanskriet.

Yoga

-Is één van de 6 scholen van het Hindoeïsme.

-Yoga leert de geest, het gevoel en het lichaam te beheersen, om daarmee de vereniging met God te bereiken.

-Iemand die yoga doet, is niet per sé een Hindoe.

Hebben we de leerdoelen gehaald?

1. Ik maak kennis met de 3 belangrijkste goden binnen het hindoeïsme. ja/nee

2. Ik krijg  algemene informatie over het ontstaan van het hindoeïsme. ja/nee

3. Ik leer over symbolen, geschriften en gebruiken binnen het hindoeïsme. ja/nee

4. Ik leer een aantal belangrijke begrippen binnen het hindoeïsme. ja/nee

Opdracht 2

1. Beantwoord de vragen op het werkblad. 

2. Maak een collage over het Hindoeïsme.