In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
OVERHEID
Slide 1 - Woordweb
Leerdoel: Je geeft voorbeelden van producten en diensten die door de overheid worden aangeboden.
Criteria:
Je benoemt de verschillende taken van de overheid.
Je legt uit waarom we een overheid nodig hebben
Je legt het verschil uit tussen collectieve en individuele goederen.
Je geeft voorbeelden van uitgaven van de overheid.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Taken overheid
Zorgen voor een goede democratische besluitvorming;
Zorgen voor openbare orde en veiligheid;
Zorgen voor "eerlijke“ inkomensverdeling;
Productie van collectieve goederen (in de volgende leertaak leer je wat dat zijn);
Zorgen dat de markt (vraag en aanbod) zijn werk goed kan doen.
Slide 4 - Tekstslide
Collectieve en particuliere sector
Collectieve sector:
Bestaat uit de overheid en instellingen voor de sociale zekerheid.
Deze zorgt er voor dat mensen zonder inkomen die arbeidsongeschikt zijn, werkloos zijn, of 67 jaar of ouder zijn toch geld krijgen in de vorm van een uitkering.
Daarnaast produceert de overheid goederen zoals dijken, rechtspraak en onderwijs. Dit noem je collectieve goederen. Dit zijn goederen waar iedereen gebruik van mag en kan maken (voor algemeen belang), die door de overheid gefinancierd worden.
Particuliere sector
Bestaat uit alle bedrijven die voornamelijk winst willen maken en gezinnen.
Albert Hein
Slager in het winkelcentrum
Slide 5 - Tekstslide
Geef voorbeelden vd particuliere sector
Slide 6 - Woordweb
Geef voorbeelden vd collectieve sector
Slide 7 - Woordweb
Algemeen belang
Wat voor het hele volk nuttig, gewenst of nodig is.
Individueel belang
Het belang van 1 persoon
Slide 8 - Tekstslide
Individueel goed
Degene die het goed betaalt, is ook eigenaar van dat goed en kan er gebruik van maken.
Collectieve goederen
Iedereen mag van deze goederen gebruik maken. Er kan geen prijs aangehangen worden. Denk aan wegen, dijken, onderwijs, politie, lantaarnpalen etc.