Internationaal lesweek 7

Internationaal lesweek 7
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Internationaal lesweek 7

Slide 1 - Tekstslide

Agenda
- Uitleg opdrachten inleveren in IL
- Sociale vaardigheden en interculturele communicatie
- Inleiding culturen op de werkvloer
- Theorie culturen op de werkvloer
- Korte pauze
- TOPOI-model
- Opdracht TOPOI-model

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
- Je hebt kennisgemaakt met het TOPOI-model en oefent met de toepassing hiervan
- Je weet het verschil tussen hoge en lage context culturen
- Je maakt een (mogelijk) opzetje voor je examen

Slide 3 - Tekstslide

Inleveren verslag
  • Deadline: zondag week 8 (23 maart 23.59)
  • Inleveren op It's Learning
  • Opdracht: poster + interview (let op: + conclusie n.a.v. interview)!
  • Samen in één document

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht vorige week
Wat zijn de belangrijkste termen/ begrippen die je hebt opgeschreven in je mindmap?
(volgende dia)

Slide 5 - Tekstslide

Sociale vaardigheden

Slide 6 - Woordweb

Hoe koppel je deze kennis aan interculturele communicatie?

Slide 7 - Open vraag

TOPOI-model
Het TOPOI-model helpt om misverstanden en communicatieproblemen te analyseren en op te lossen.
Het wordt gebruikt in interculturele communicatie, maar ook in situaties waarin mensen elkaar niet goed begrijpen door verschillende normen, waarden of ervaringen.
In plaats van de ander de schuld te geven, kijken we naar de oorzaken van miscommunicatie en hoe we deze kunnen verbeteren.
Wanneer gebruik je het?
✅ Bij conflicten of misverstanden in gesprekken
✅ In werksituaties met verschillende culturele achtergronden
✅ In onderwijs en hulpverlening om beter met studenten/cliënten te communiceren
✅ In het dagelijks leven, bijvoorbeeld in discussies of als je iemand niet begrijpt

📌 Belangrijk: Miscommunicatie komt vaak niet alleen door cultuur, maar door verschillen in verwachtingen, taal en persoonlijke ervaringen!

Slide 8 - Tekstslide

De 5 bouwstenen van het TOPOI-model
Inhoud:
1. Taal (T) – Begrijpen we elkaar goed?
🗣️ Denk aan taalbarrières, vaktaal, dubbelzinnigheid.
2. Ordening (O) – Hoe kijken we naar de situatie?
🔍 Iedereen interpreteert dingen anders op basis van achtergrond en ervaring.
3. Personen (P) – Wie zijn de gesprekspartners en hoe zien ze elkaar?
👥 Achtergrond, status en relaties spelen een rol in hoe mensen communiceren.
4. Organisatie (O) – Welke regels en gewoontes gelden?
🏛️ Elk systeem (school, bedrijf, cultuur) heeft andere normen en verwachtingen.
5. Inzet (I) – Wat willen beide personen met het gesprek bereiken?
🎯 Verschillende doelen en verwachtingen kunnen leiden tot misverstanden.

📌 Door deze vijf elementen te analyseren, kun je beter begrijpen waar het misgaat en hoe je het gesprek kunt verbeteren!

Slide 9 - Tekstslide

Casus
Persoon 1
Persoon 1: Alex (18 jaar)
Achtergrond:
  • Alex is een jongvolwassene met een moeilijke jeugd. Hij is opgegroeid in een omgeving waar weinig structuur en begeleiding was.
  • Hij heeft moeite met autoriteit en regels, omdat hij in het verleden vaak het gevoel had niet gehoord of begrepen te worden.
  • School is voor hem altijd een uitdaging geweest, en hij heeft moeite gehad om aansluiting te vinden bij het traditionele onderwijssysteem.
Communicatiestijl:
  • Spreekt direct en soms op een confronterende manier.
  • Gebruikt straattaal en sterke woorden zonder altijd de impact ervan te beseffen.
  • Reageert snel defensief als hij zich aangevallen voelt.

Slide 10 - Tekstslide

Casus 
Persoon 2
Achtergrond:
  • Erik (40+) heeft een carrière achter de rug in een zeer gestructureerde en veeleisende werkomgeving. Hij heeft geleerd om te werken met discipline, respect en doorzettingsvermogen.
  • Hij gelooft dat iedereen verantwoordelijkheid moet nemen voor zijn eigen leven en dat moeilijke situaties overwonnen kunnen worden door een sterke mindset.
  • Hij is gewend om les te geven en anderen te motiveren door zijn eigen ervaringen te delen.

Communicatiestijl:
  • Direct, duidelijk en doelgericht.
  • Verwacht respect en inzet in gesprekken.
  • Kan streng overkomen, maar heeft goede intenties.

Slide 11 - Tekstslide

Fragment kijken
https://npo.nl/start/serie/dream-school/seizoen-7/dream-school_46/afspelen

(45.27)

Slide 12 - Tekstslide

Bespreek in tweetallen
Waar zie je communicatieproblemen ontstaan?
Welke verschillende verwachtingen hebben Alex en Erik over hoe een gesprek hoort te verlopen?
Hoe zouden ze dit misverstand kunnen oplossen?
timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Pauze
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Samenwerken met anderen culturen

Slide 15 - Tekstslide

Werk jij samen met iemand van een andere cultuur/ afkomst?

Slide 16 - Open vraag

Hoge/ lage context cultuur

Ieder land kent zijn eigen cultuur, met daarbij horende gewoonten, normen en waarden. Dit zie je ook terug op de werkvloer. In de Nederlandse cultuur is het bijvoorbeeld belangrijk om op tijd te komen.

Slide 17 - Tekstslide

Hoge context culturen

Gebruik van veel achtergrondinformatie.

- Indirecte manier van communiceren.
- Belangrijkste om beleefd te zijn.
- Veel non-verbale communicatie.
- Sociaal wenselijk antwoorden.
- Afspraken vooral mondeling.
Op de werkvloer: Onduidelijke hiërarchie, werkgevers worden aangesproken met de voornaam, iedereen mag zijn mening geven.

Slide 18 - Tekstslide

Lage context culturen

Gebruik van woorden die nodig zijn
- Directe manier van communiceren en ongevraagd advies geven.
- Verwachtingen uitspreken.
- Weinig non-verbale communicatie.
- Eerlijke antwoorden.
- Afspraken vooral schriftelijk.
Op de werkvloer: weinig koetjes en kalfjes, snel tot besluiten komen, notulen worden uitgewerkt.

Slide 19 - Tekstslide

Casus
Ronald gaat voor zaken naar Rusland. Normaal gesproken werkt hij alleen in Nederland. Hij is daardoor nog niet bekend met een andere bedrijfscultuur, al heeft hij er wel iets over gelezen.
Hij gaat in Rusland proberen om een groot Russisch bedrijf als klant binnen te halen. Ronald wordt van het vliegveld opgehaald en ontmoet Aleks, de directeur van het Russische bedrijf. Aleks zet met zijn privéchauffeur, Ronald af bij zijn hotel en zegt dat hij morgen om 14.00 uur in het hotel zal zijn. De volgende dag ontmoeten ze elkaar in het hotel en drinken ze wat in de hotellobby. Ze praten over koetjes en kalfjes tot Aleks weg moet. Aleks zegt dat hij Ronald om 19.00 uur zal laten ophalen.
Om 19.00 uur wordt Ronald opgehaald door de privéchauffeur van Aleks. Tot zijn
verbazing, wordt Ronald naar het huis van Aleks gebracht waar hij de familie van Aleks
ontmoet. Ze eten en drinken samen tot Ronald iets na middernacht terug gaat naar het
hotel. Nog steeds hebben ze niet over zaken gesproken en heeft Ronald geen idee wat
Aleks van het eerder gemailde voorstel vindt.


Slide 20 - Tekstslide

Casus
De volgende dag vliegt Ronald om 11.00 uur terug. Ronald ontmoet Aleks voor zijn
vertrek nog in de lobby van het hotel. Aleks lacht en kletst over de vorige avond. Ronald
voelt zich ongemakkelijk, maar trekt dan toch de stoute schoenen aan om te vragen
wat Aleks van het voorstel vindt en of hij denkt dat ze een deal kunnen sluiten. Aleks
lacht en kijkt hem verbaasd aan. Hij zegt: ‘’maar natuurlijk, anders had ik je toch nooit
gisteren uitgenodigd bij mijn familie en met je gelachen en gedronken?' Ronald is
opgelucht maar ook verbaasd. Hij zegt dat hij Aleks de volgende dag zal bellen om de
details door te nemen.

Slide 21 - Tekstslide

Klassikaal bespreken:


1. Wat was in het voorbeeld van Ronald en Aleks het belangrijkste voor Aleks om akkoord te gaan met de deal?

2. Past dit meer bij een hoge- of lage context cultuur. Waarom?

Slide 22 - Tekstslide

Lezen bedrijfscultuur

Slide 23 - Tekstslide

Intercultureel samenwerken

Intercultureel samenwerken betekent samenwerken met mensen van andere culturen. Dit kan soms voor uitdagingen zorgen. Er kunnen sneller misverstanden ontstaan. Culturele misverstanden zijn misverstanden die door cultuurverschillen ontstaan.
Wanneer je je verdiept in elkaars cultuur, kan je juist ook de samenwerking verrijken. Je kunt je verdiepen door bijvoorbeeld de volgende vragen aan jezelf te stellen: 

Slide 24 - Tekstslide

Intercultuur samenwerken
  • Hoe begroet men elkaar?
  • Wat voor betekenis heeft het non-verbale gedrag?
  • Wat is gebruikelijk wat betreft persoonlijke ruimte?
  • Worden gevoelens geuit, en zo ja hoe?
  • Hoe geeft men elkaar feedback
  • Wat zijn gespreksonderwerpen die je beter kunt vermijden?
  • Wat zijn belangrijke gewoonten?

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht (examenvoorbereiding)
Ga na of je in je persoonlijke of werkomgeving wel eens te maken hebt gehad met een cultureel misverstand. Dit kan bijvoorbeeld ook bij een klasgenoot zijn, vriend of vriendin, je werkgever, etc.
Probeer de vragen die je net hebt gehoord voor jezelf te beantwoorden en werk dit uit in een verslagje. Voor je examen ga je op zoek naar een dergelijke situatie, dus gebruik dit vast als oefening.
Werk het kort uit en wij gaan dit straks klassikaal bespreken.


timer
10:00

Slide 26 - Tekstslide

Eerst een relatie opbouwen, dan pas zaken doen is een voorbeeld van...
A
Een hoge context cultuur
B
Een lage context cultuur

Slide 27 - Quizvraag

Het TOPOI-model gaat over communicatieverschillen tussen culturen
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 28 - Quizvraag