Les 2 herhaling lj3

Herhaling
Hoofdstuk 2: Productie en technologie
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Herhaling
Hoofdstuk 2: Productie en technologie

Slide 1 - Tekstslide

1 arbeidsjaar is gelijk aan
A
2 deeltijdbanen
B
een fulltime baan
C
48 weken van 40 uur
D
een baan in een fabriek

Slide 2 - Quizvraag

De productiecapaciteit wordt bepaald door ...
A
de arbeidsproductiviteit
B
het aantal mensen dat in een bedrijf werkt
C
de kapitaalgoederen die worden gebruikt
D
de snelheid van werken

Slide 3 - Quizvraag

Leg uit wat arbeidsomstandigheden zijn.

Slide 4 - Open vraag

Secundaire arbeidsvoorwaarden
Primaire arbeidsvoorwaarden
Loon
Scholing
Normale arbeidstijd
Verlof

Slide 5 - Sleepvraag

Wat is de arbeidsproductiviteit?
A
Productie per werknemer in een bepaalde tijd
B
Hoeveel de arbeider werkt

Slide 6 - Quizvraag

Bedrijven streven naar een hoge arbeidsproductiviteit. De arbeidsproductiviteit kan toenemen door:
A
scholing
B
prestatieloon
C
verbeteren van arbeidsomstandigheden
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 7 - Quizvraag

Wat is NIET van invloed op de arbeidsproductiviteit?
A
scholing
B
arbeidsvoorwaarden
C
arbeidsverdeling
D
openingstijden

Slide 8 - Quizvraag

Arbeidsproductiviteit neemt toe door goede scholing.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

De winkels zijn in december elke avond open. Wordt hierdoor de arbeidsproductiviteit groter?
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quizvraag

Hoe bereken je de arbeidsproductiviteit per uur?
A
Aantal uren : productie
B
Productie : aantal uren
C
Aantal uren x productie

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Stel dat er 650m2 is gestukt door 4 stukadoors. Hoeveel gemiddeld per stukadoor?

Slide 13 - Open vraag

Stel: die 650m2 wordt gestuukt in 145 uur. Hoeveel m2 wordt er per uur gedaan?

Slide 14 - Open vraag

De bakker kan 50 koekjes per dag maken. Maar bakt er maar 40 per dag.
Wat is zijn productiecapaciteit?
A
40
B
10
C
50
D
90

Slide 15 - Quizvraag

De bakker kan 50 koekjes per dag maken. Maar bakt er maar 40 per dag.
Hoeveel procent van zijn productiecapaciteit wordt er gebruikt?
A
80%
B
40%
C
20%
D
50%

Slide 16 - Quizvraag

Is er bij de bakker sprake van onderbezetting?
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Video

Stijgen
De arbeidsproductiviteit stijgt door:

Slide 19 - Tekstslide