MYP2 vrijdag 15 maart

MYP2 vrijdag 15 maart
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

MYP2 vrijdag 15 maart

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Inhoud
Hoe was je week?
quiz
Europese landen
Klare taal

Slide 3 - Tekstslide

kring
wie kan er vier mensen van het Nederlands koningshuis noemen?


+                                                   -

Slide 4 - Tekstslide

Ik zit in de gevangenis
A
want ik iets gestolen heb
B
want ik heb iets gestolen

Slide 5 - Quizvraag

Ik blijf vandaag thuis, .........ik ben ziek.
A
daarom
B
waarom
C
want
D
dokter

Slide 6 - Quizvraag

wat is een bijvoeglijk naamwoord?
A
aardappel
B
het
C
geweldige
D
gescoord

Slide 7 - Quizvraag

Hoe laat is het op de klok?
A
half 3
B
half 6
C
half 4
D
half 5

Slide 8 - Quizvraag

de friezen zijn trots op friesland, ze spreken fries, ze eten fries suikerbrood en ze hebben de elfstedentocht.
A
3 hoofdletters
B
4 hoofdletters
C
5 hoofdletters
D
6 hoofdletters

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

De leerling is ... trots
A
kaolo
B
kei
C
ape
D
beeld

Slide 11 - Quizvraag

Ik ben trots.....mijn broer.
A
met
B
op
C
naar
D
onder

Slide 12 - Quizvraag


Zo trots als een ....
A
hond
B
kat
C
pauw
D
kip

Slide 13 - Quizvraag

formule 1 coureur
A
formule-1-coureur
B
formule-1 coureur
C
formule 1-coureur
D
formule-ééncoureur

Slide 14 - Quizvraag

Welke krant is regionaal?
A
De Volkskrant
B
De Gelderlander
C
Trouw
D
De Telegraaf

Slide 15 - Quizvraag

Hoe laat is het op de klok?
A
kwart over 8
B
kwart over 9
C
kwart voor 3
D
kwart voor 9

Slide 16 - Quizvraag

aunt
A
tant
B
tante
C
ant
D
anti

Slide 17 - Quizvraag

stiefzus
A
sister in law
B
step-sister
C
step-cousin
D
cousin in law

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Video

Slide 20 - Tekstslide

dagritme (daily routine)

Slide 21 - Woordweb

Klare taal
voorzetsels, les 10 
bijvoeglijk naamwoorden, les 12
hebben of zijn? les 38

Slide 22 - Tekstslide

Klare taal
Voorzetsels
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 23 - Tekstslide

Stamboom
Generatie 1

Generatie 2

Generatie 3                                                 ik

Generatie 4

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Jip en Janneke

Slide 26 - Tekstslide

dagritme: opstaan, school/werk, avond

weerbericht



Slide 27 - Tekstslide

dagritme

Slide 28 - Woordweb

Slide 29 - Woordweb

Dictoglos
Ik lees een tekst voor, je schrijft niet mee
Ik lees het weer voor en je maakt notities (ik lees te snel om echt mee te schrijven.)
Ik lees weer voor en je maakt weer notities.

Spreek van tevoren af waar jij en waar je buurman op gaat letten.
Je probeert, met je buurman/vrouw, de tekst op te schrijven.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

In aanloop naar Stip it vragen NPO Zapp en de Stip it-ambassadeurs aan heel Nederland om te laten zien dat zij tegen pesten zijn. Door vier stippen op je hand te zetten maak je de afspraak dat je:

1. Pesten niet oké vindt en er nooit aan meedoet
2. Niemand uitsluit, iedereen hoort erbij
3. Er over praat als pesten bang of verdrietig maakt
4. Altijd probeert op te komen voor iemand die gepest wordt


Stip it-ambassadeurs Stefania, Anne-Mar Zwart en Nizar El Manouzi. Foto: NPO Zapp

Stip it-galerij
Kinderen die mee willen doen kunnen hun foto via zapp.nl/stipit delen met toestemming van hun ouders. De foto verschijnt dan in de Stip it-galerij, waarna kinderen kans maken op een bijzondere prijs: opnames van de Kids Top 20 met Stefania bij hen op school. Volwassenen delen de vier stippen via social media met de hashtags #stipit en #npozapp. Diverse bekende Nederlanders ondersteunen de actie al, zo zetten Familievloggers De Bellinga’s stippen, radio-dj’s Wouter van der Goes, Jet Berkhout en Carine Lacor, televisiepresentatoren Sosha Dusyker, Klaas van Kruistum en Janouk Kelderman, Junior Song Festival-artiesten, acteurs Gioia Parijs en Jade Speelman en meer volgen.

Slide 32 - Tekstslide

cid:18d5f25ac92d785200c1

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Link

Beantwoord de vragen op de vorige slide 
(Dat mag deels in het Engels.)

Slide 35 - Tekstslide

Vragen
Welke eenheden van tijd zijn er?
Hoe weet je hoe laat het is?
Hoe zeg je de tijd in het Nederlands?
Wat is een dagboek?
Hou jij een dagboek bij?
Waarom hou je een dagboek bij?
Hoe plan je je dag?
Wat is het verschil tussen een agenda en een dagboek?
Wat is het verschil tussen een planner en een agenda?
Hoe maak je een goed plan? 
Waarom maak je eigenlijk plannen?
Kan iets ook lukken zonder het te plannen?
Hoe zou je leven eruit zien als je helemaal niets zou plannen?

Slide 36 - Tekstslide

Vragen
Welke eenheden van tijd zijn er?
Hoe weet je hoe laat het is?
Hoe zeg je de tijd in het Nederlands?
Wat is een dagboek?
Hou jij een dagboek bij?
Waarom hou je een dagboek bij?
Hoe plan je je dag?
Wat is het verschil tussen een agenda en een dagboek?
Wat is het verschil tussen een planner en een agenda?
Hoe maak je een goed plan? 
Waarom maak je eigenlijk plannen?
Kan iets ook lukken zonder het te plannen?
Hoe zou je leven eruit zien als je helemaal niets zou plannen?

Slide 37 - Tekstslide