Paragraaf 1 - Steeds meer mensen

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

H2.1 

Steeds meer mensen

bk

Leerdoelen

• Je weet wat bevolkingsspreiding en bevolkingsdichtheid is.
  
• Je begrijpt waarom mensen verhuizen.
  
• Je kunt een bevolkingsgrafiek tekenen.

Begrippen

• bevolkingsspreiding
• bevolkingsdichtheid
• bevolkingsgrafiek
• migratie
• emigratie- immigratie
• aantrekkingsfactor
• afstotingsfactor

www.worldometers.info

Bevolkingsspreiding

De manier waarop de bevolking over een gebied is verdeeld.

Bevolkingsdichtheid

Aantal mensen per km2

aantal inwoners van een gebied : aantal vierkante kilometers

In een bevolkingsgrafiek kun je leeftijd aflezen

1. Waar
2. Niet waar

Het westen van Nederland is dichter bevolkt dan het oosten van Nederland

1. Waar
2. Niet waar

Het werelddeel met de meest hoge bevolkingsdichtheid is

1. Azië
2. Afrika
3. Europa
4. Noord-Amerika

Welk begrip past bij de afbeelding?

1. bevolkingsspreiding
2. bevolkingsdichtheid
3. bevolkingsgrafiek

Wat is GEEN reden voor mensen in arme landen om veel kinderen te nemen?

1. aanzien
2. kinderen kunnen later voor hun ouders zorgen
3. er zijn veel voorbehoedsmiddelen
4. kinderen kunnen werken

1. rijk land
2. arm land

Huiswerk

Maken werkboek 2.1

Opdracht 1 t/m 4

Migratie

= 

verhuizen

emigratie/immigratie

Emigratie

Je gaat weg uit je eigen land

Immigratie

Je komt in een ander land wonen

Immigratie = naar Nederland toe verhuizen (Nederland in)

Emigratie = uit Nederland verhuizen (Eruit verhuizen)

Migratie = verhuizen

Aantrekkingsfactoren

Redenen waarom je naar een land toe wil

Bijvoorbeeld: beter werk, veiliger, geen natuurrampen

Afstotingsfactoren

Redenen waarom je weg wil uit een land

Bijvoorbeeld: er is geen werk, het is onveilig, er zijn natuurrampen

Mensen verhuizen om:

Economische redenen

Politieke redenen

Natuurlijke redenen

Immigratie =

1. verhuizen naar een ander land
2. naar Nederland toe verhuizen
3. verhuizen
4. vluchten

Wat is geen reden om te verhuizen?

1. In jouw land is een grote aardbeving geweest
2. In jouw land is oorlog
3. In jouw land is het altijd koud
4. In jouw land kun je niet genoeg geld verdienen

Huiswerk

Maken werkboek 2.1

Opdracht 5/6/7