M4 - formal letter

M3/4 - formele brief
Ken jij de regels van de formele brief?
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

M3/4 - formele brief
Ken jij de regels van de formele brief?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today's plan/goals:
-checking homework
-repeating the conventions for formal letter
- talking about the structure of the formal letter
- writing the second exercise letter 

-Goal: I know the rules for writing the formal letter and I can apply them

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

M3/4 - formele brief
Checking homework (5min)
Convention/rules (10min)
Writing the letter (at the end of the lesson you hand in your assignment)
Go to the page 11 of your Reader and write the letter 2

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

M3/4 - formele brief
Ken jij de regels van de formele brief?
timer
0:40

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar begin je je brief mee?
A
Je naam
B
Het adres waar je naartoe schrijft
C
Je eigen adres
D
Je naam en je adres

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe moet je eigen adres eruit zien?
A
Pauwenkamp 151 the netherlands
B
Pauwenkamp 151 3607 GK Maarssen The Netherlands
C
Pauwenkamp 151 3607 GK The Netherlands
D
Pauwenkamp 151 Maarssen the Netherlands

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat komt er na je eigen adres?
A
de datum
B
het adres waar je naartoe schrijft
C
de aanhef
D
de naam en het adres waar je naartoe schrijft

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe moet je de datum in je brief schrijven?
A
26 Maart 2023
B
March 26, 2023
C
26 March 2023
D
26 march 2023

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als er in de opdracht géén naam is gegeven (geen persoon waar je naar schrijft), maar wel een bedrijf. Hoe begin je dan je brief?
A
Dear Sir/Madam,
B
Dear mister or miss,
C
Hello,
D
Dear sir, madame

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe begin je dan je brief als er in de opdracht naam en achternaam is gegeven?
A
Dear Mr Sam Jones,
B
Dear Mister Jones,
C
Hello Mr Jones,
D
Dear Mr Jones,

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe begin je je brief na de aanhef? (uit je hoofd leren!)
A
Hello, my name is
B
Let me first introduce myself.
C
Hi Mr Jones,
D
A en C zijn allebei goed

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mag je deze zin zo in je brief schrijven?

I'm a 16 year old boy.
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I'm a 16 years old.
Dit kan je niet schrijven omdat:
A
nummers onder 20 moet je voluit schrijven
B
geen afgekorte vormen
C
A en B zijn allebei goed

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is correct geschreven?
A
I am sixteen years old.
B
I am a sixteen-year-old boy/girl.
C
I am sixteen year old.
D
I am a sixteen year old boy/girl.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mag je deze zin zo in je brief schrijven?

Also I live in the Netherlands.
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Also I live in the Netherlands.
mag niet omdat:
A
de zinnen kunnen niet beginnen met voegwoord en also, but, and
B
'the' bij Netherlands is moet met hoofdletter
C
A en B zijn allebei goed

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mag je deze zin zo in je brief schrijven?
I live in Maarssen, a village near Utrecht.
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mag je deze zin zo in je brief schrijven?

Could you answer my questions?
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mag je deze zin zo in je brief schrijven?

i want to work at your company.
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quizvraag

i=I 
want=would like to
i want to work at your company.
mag niet omdat:
A
'i want' moet I would like
B
A en D zijn allebei goed
C
'company' moet hoofdletter
D
'i' moet met hoofdletter

Slide 20 - Quizvraag

i=I 
want=would like to
Welke zin hieronder is een 'passende slotzin'? (Deze moet je uit je hoofd leren!)
A
Write me soon!
B
Bye.
C
Yours faithfully,
D
I look forward to hearing from you.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je begint je brief met Dear Sir/Madam,

Wat is dan de juiste afsluiter?
A
Yours sincerely
B
Yours faithfully,
C
Kind regards,
D
Bye,

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je begint je brief met Dear Mr Jones,

Wat is dan de juiste afsluiter?
A
Yours sincerely
B
Yours faithfully,
C
Kind regards,
D
Bye,

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat komt er na de afsluiter?
A
Eerst je voornaam dan je handtekening.
B
Eerst je handtekening dan je volledige naam.
C
Eerst je volledige naam, dan je handtekening.
D
Je volledige naam

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je klaar bent je moet je woorden tellen en noteren op je blaadje.
A
ja
B
nee

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke woorden moet je tellen
A
alles
B
alleen inhoud van je brief
C
allen adres, aanhef en afsluiting
D
inhoud + adres

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe veel woorden moet je minstens schrijven in je brief?
A
Er is geen minimum
B
100 woorden
C
130 woorden
D
150 woorden

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe veel woorden mag je maximaal schrijven in je brief?
A
Er is geen maximum
B
150 woorden
C
180 woorden
D
200 woorden

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woordenboek mag je gebruiken bij de toets?
A
Nederlands - Engels
B
Engels - Nederlands
C
geen
D
Nederlands - Engels en Engels - Nederlands

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal de volgende zin:
Ik zou mezelf graag voorstellen.

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal de volgende zin:
Ik heb uw informatie online gevonden.

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal de volgende zin:
Ik heb een aantal vragen.

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal de volgende zin:
Wordt er voor slaapgelegenheid gezorgd?

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies