H3.4 Warmtetransport door zeestromen

H3.4 Warmtetransport door zeestromen
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

H3.4 Warmtetransport door zeestromen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Openingsfoto
Wat zie je?
Waar komt het voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 

Slide 2 - Tekstslide

Beschrijving van de afsluitende foto

In januari 1992 sloeg tijdens een storm in de Grote Oceaan, halverwege tussen Hongkong en de V.S., een container van een vrachtschip overboord. Nu gebeurt dat dagelijks, maar de lading van deze container was bijzonder: bijna dertigduizend badspeeltjes. Gele badeendjes, blauwe schildpadden, rode bevers en groene kikkers: allemaal kwamen ze in de oceaan terecht. Bijna een jaar later spoelden duizenden speeltjes aan op de kust van Alaska. Een groot deel zat jaren vastgevroren in het Noordpoolijs. Pas in 2000 werden ze voor de kust van IJsland gesignaleerd. Nog steeds spoelen speeltjes, weliswaar sterk verweerd, aan op verschillende stranden in de wereld. Door het onbedoelde experiment met de badspeeltjes is waardevolle informatie verkregen over de zeestromen in de oceanen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wet van Buijs Ballot

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Neem over:

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul in:
  1. Hoge en Lage drukgebieden
  2. Luchtstromen tussen deze gebieden (zonder corioliseffect)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wet van Buijs Ballot:
1. H -> L
Goed?


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pas aan:
Wet van Buijs Ballot:
2. De wind heeft een afwijking met de wind in de rug.
NH: rechts
ZH: links


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4: ITCZ 
ITCZ is de zone met een aanhoudend lagedrukgebied dat ontstaat door de directe instraling van de zon. 

Deze ITCZ verschuift rondom de evenaar.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De ITCZ, Passaten en Moessons
Stap 1
Hoge instraling zon bij de evenaar, hierdoor is er veel verdamping.
Deze warme vochtige lucht stijgt op. Op evenaar aan het aardoppelvlak ontstaat een lage drukgebied. 

Stap 2
Door de opstijging, koelt de warme vochtige lucht af. Het vocht condenceert waardoor er een wolk ontstaat. wanneer de wolk vol is, dan laat de wolk de druppels vallen, het regent.
Stap 3
De lucht die nu droog en koud is, daalt bij 30 graden noorderbreedte en zuiderbreedte weer richting het aardoppervlak. Hierdoor onstaat daar een hoge druk gebied. 
Stap 4
Je weet nu dat lucht altijd van hoge druk naar lage druk beweegd. Daardoor stroomt er nu een wind van 30 graden noorderbreedte en zuiderbreedte richting de evenaar, dit noem je ook wel de passaat. Op het Noorderlijkhalfrond heet hij de Noordoost passaat. Bij de evenaar komen de passaat winden samen, dit wordt ook wel convergeren genoemd,  noemen ze ook wel de Intertropische convergentie zone (ITCZ)
Stap 3
De lucht die nu droog en koud is, daalt bij 30 graden noorderbreedte en zuiderbreedte weer richting het aardoppervlak. Hierdoor onstaat daar een hoge druk gebied.
Stap 4
Je weet dat lucht altijd van hoge druk naar lage druk beweegt. Daardoor stroomt er nu een wind van 30 graden noorderbreedte en zuiderbreedte richting de evenaar, dit noem je ook wel de passaat. Op het Zuiderlijkhalfrond heet hij de Zuidoost passaat. Bij de evenaar komen de passaat winden samen, dit wordt ook wel convergeren genoemd, noemen ze ook wel de Intertropische convergentie zone (ITCZ)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moesson
ITCZ
De Intertropische convergentie zone verplaatst volgens de seizoenen. De ITCZ volgt de zon naar het hoogste punt. In deze situatie staat de zon op de kreeftskeerkring. De ITCZ verplaatst zich richting het noorden. De Noordoost passaat draait nu. Hij waait nu van de evenaar af, waardoor er in het deel van Indonesie wat ten noorden van de evenaar een regenseizoen heerst. 
Onze zomer
Onze zomer staat de zon recht boven de kreeftskeerkring, op 23,5 Noorderbreedte. De ITCZ beweegd met de zon mee. Hierdoor draait de passaat en waait van de evenaar af. Wanneer de gedraaide passaat over de zee en richting het land waait ontstaat daar een regentijd, ook wel de moesson genoemd. 
Onze winter
Onze winter staat de zon recht boven de steenbokkeerkring, op 23,5 zuiderbreedte. De ITCZ beweegd met de zon mee. Hierdoor draait de passaat en waait van de evenaar af. Wanneer de gedraaide passaat over de zee en richting het land waait ontstaat daar een regentijd, ook wel de moesson genoemd. 
ITCZ
De Intertropische convergentie zone verplaatst volgens de seizoenen. De ITCZ volgt de zon naar het hoogste punt. In deze situatie staat de zon op de steenbokskeerkring. De ITCZ verplaatst zich nu richting het zuiden. De zuidwest passaat draait nu. Hij waait nu van de evenaar af, waardoor er in het deel van Indonesie, wat ten zuiden van de evenaar ligt een regenseizoen heerst.
Regenseizoen
Droogseizoen
Droogseizoen
Regenseizoen

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plaats de juiste omschrijving bij de juiste locatie
Evenaar
30 graden noorder- & zuiderbreedte
Lage luchtdruk
Hoge luchtdruk
Neerslag
Zonnig
Bewolkt
Droog

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn de volgende omschrijvingen juist of onjuist?
Juist
Onjuist
Over een jaar krijgt de evenaar het meeste energie van de zon
Het lagedrukgebied beweegt met de instraling van de zon mee
In juli is het vlak ten noorden van de evenaar droog

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor beweegt de ITCZ zich tussen 23,5 NB en 23,5 ZB
A
Door de passaat
B
Door de zon
C
Door de zee
D
Door de westenwind

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zorgt het omdraaien van de passaat voor?
A
Moesson
B
Regenseizoen
C
droogseizoen
D
Passaat

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Atmosferische circulatie

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zeestromen (de transportband)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Warmtetransport
Regel
Wind en zeestromen transporteren warmte vanaf de evenaar en kou vanaf de poolstreken.
Aanlandige- en aflandige wind
  • Aanlandige wind (zeewind) brengt in het voorjaar koele lucht van boven zee naar het land. Aanlandige wind brengt in het najaar warmere lucht naar het land.
  • Aflandige wind (landwind) voert in de winter koude lucht aan en in de zomer warme lucht.
Zeewind
Zeewind heeft een hogere luchtvochtigheid dan landwind.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hier is er het hele jaar door sprake van neerslag
Hier regent het vooral in juli heel veel
Hier regent het vooral in januari heel veel

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is waar over Thermohaliene circulatie?
A
Door de thermohaliene circulatie is het klimaat in Europa gematigd
B
Het wordt aangedreven door dichtheidsverschillen van oceaanwater door zout en watertemperatuur
C
De thermohaliene circulatie heeft een belangrijk aandeel in de wereldwijde warmtetransport
D
Wetenschappers vrezen dat door afsmelten van noordpoolijs de diepwaterpomp stil kan vallen

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

El Nino
La Nina
droogte in Peru
droogte in Indonesië
zeestroming naar het oosten in Grote Oceaan rond evenaar
opwellend diepzeewater bij Peru

Slide 36 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Normale situatie
Droog
Neerslag

Slide 37 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens El Nino
Droog
Neerslag

Slide 38 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit hoe de zuidelijke oscillatiestromingen in de Grote Oceaan beïnvloedt
timer
3:00

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit waarom El Nino slecht is voor de
visserij in Peru. Je uitleg moet een
oorzaak - gevolg relatie bevatten
timer
3:00

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan het dat El Nino de neerslag in Californië beïnvloeden?

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit hoe het systeem El Nino - zuidelijke oscillatie
werkt door gebruik te maken van de begrippen
atmosferische en oceanische circulatie
timer
4:00

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke gevolgen heeft een El Nino voor
Zuidoost-zie. Beschrijf de
weersomstandigheden en de
gevolgen voor de mens
timer
4:00

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies