2H 3.2 Wereld: Soms teveel water

Goedemorgen!
1. Lever telefoon in, Ipad eruit!

2. Leerboek blz. 60-61,
Werkboek blz. 64-65.

3. 2e bel = BEGINNEN!
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen!
1. Lever telefoon in, Ipad eruit!

2. Leerboek blz. 60-61,
Werkboek blz. 64-65.

3. 2e bel = BEGINNEN!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afspraken
- Docent praat ALLEEN! Ook voor degene die een beurt heeft!

- Vraag of opmerking? Steek je je vinger op...

- Docent bepaalt: in discussie gaan heeft dus geen zin :)


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§3.2
Wereld: Soms te veel water

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkhouding
Ik vind werkhouding belangrijker dan dat je alles weet, dus:
Sinds vorige week, vóór een SO/PW, ga ik werkboeken controleren op werkhouding. 

Hiervoor krijg je een cijfer op Schoolaris!

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar kijk ik naar?
  • Leesbaar schrijven;
  • Zorgvuldig nakijken (verbeter jouw fouten met andere kleur!);
  • Jouw gedrag naar mij en klasgenoten toe in de klas!

Hiermee kun je je cijfer ophalen voor AK!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer doe ik dit?
Aan het eind van ieder onderdeel:
  • Na §3 (vóór het SO van §1 t/m §3);
  • Na de Landenvergelijking (vóór de openboektoets);
  • Na §5 (vóór het PW van het hoofdstuk).

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • Herhaling §3.1;
  • Uitleg §3.2;
  • Opdrachten §3.2.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling §3.1
Water op aarde

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Korte waterkringloop
Lange waterkringloop
Afstromen
Neerslag
Infiltreren
Verdamping
Condenseren

Slide 9 - Sleepvraag

nu kun je je kennis testen. 
Wat is de nuttige neerslag?
A
Alle neerslag dat valt in een gebied.
B
Alle neerslag dat valt binnen een uur.
C
De gevallen neerslag in een gebied - de verdamping.
D
De gevallen neerslag die op het land valt en niet in zee.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke onderdelen bestaat de waterbalans? Gebruik 'binnengaat' en 'verlaat'.
timer
1:00

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Mensen hebben water nodig.
Waarom? Alleen serieuze antwoorden!

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen §3.2
  • Ik kan vertellen over overstromingen:
    - Ontstaan;
    - Gevolgen.
  • Ik kan vertellen over de piekafvoer:
    - Definitie;
    - Grafiek.



Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wij lezen samen: Overstromingen
timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overstroming
  • Mensen en dieren verdrinken;
  • Drinkwater vervuilt;
  • Oogsten mislukken;
  • Ziekten breken uit;
  • Vervoer over de weg gaat lastig;
  • Overstromingen worden erger....

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoezo wordt er verwacht dat overstromingen in de toekomst erger worden?
timer
1:00

Slide 16 - Open vraag

Door klimaatverandering, maar ook door de toenemende verstedelijking.
Overstromingen
Kans op overstroming is groot in gebieden:
  • Laag gelegen rivier- en kustvlakten;
  •  Gebieden met orkanen;
  • Moesson gebieden (vaste wind die vanuit zee het land inblaast).

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hebben wij in Nederland wel eens te maken met overstromingen?
timer
1:00

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een overstroming?
A
Een ecologische pullfactor
B
Een politieke pushfactor
C
Een ecologische pushfactor
D
Een politieke pullfactor

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een overstroming wordt veroorzaakt door...
A
de natuur
B
de mens
C
kan allebei

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GEEN oorzaak van een overstroming?
A
bevroren rivieren
B
aarbevingen
C
een piekafvoer
D
een zuidwester storm

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen risicogebied voor overstromingen?
A
gebieden met ontbossing
B
rivier- en kustvlakten
C
hoge gebieden ver van zee
D
gebieden met hevige regenval

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een moesson?
A
Een orkaan
B
Wind vanaf zee die veel regen meebrengt.
C
Vaste wind vanaf zee.
D
Warme wind

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een moesson is een...
A
tropische wind
B
type neerslag

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Meer overstromingen ontstaan door zeespiegelstijging. Hoe kan dat?
A
Lozen van water in zee
B
Versterkt broeikaseffect
C
verdamping van zeewater
D
Bodemstijging

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De gevolgen van overstromingen zijn soms niet te overzien. Overstromingen hebben......
A
directe gevolgen
B
indirecte gevolgen
C
directe en indirecte gevolgen

Slide 27 - Quizvraag

Directe gevolgen: huizen kapot, overleden mensen, oogst mislukt.

Indirecte gevolgen: psychische klachten, milieuvervuiling.
Wij lezen samen: Langs de rivier

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Langs de rivier
  • Rivier voert water af;
  • Piekafvoer;
  • Dijken houden water tegen;
  • Rivier legt sedimenten af (slib);
  • Rivier wordt ondieper en dijken hoger.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kan ontbossing een oorzaak zijn van overstromingen?
Ja
Nee

Slide 30 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Ontbossing 
  • Bomen nemen water op;
  • Bomen worden gekapt;
  • Minder bomen = minder absorptie.
Gevolg:
  • Meer water in rivier;
  • Modderstromen.
Oplossing:
  • Herbebossing.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kan bevolkingsgroei een oorzaak zijn voor meer overstromingen?
Ja
Nee

Slide 32 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Bevolkingsgroei 
  • Meer mensen;
  • Meer huizen;
  • Meer bebouwing; 
  • Minder natuur;
  •  Minder infiltratie;
  • Meer afstroming naar rivieren.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een piekafvoer?
A
Wanneer er ijs door de rivier stroomt
B
Wanneer er in een korte tijd weinig water door een rivier stroomt
C
Wanneer er in een korte tijd veel water door een rivier stroomt
D
Wanneer de rivier droog ligt

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er met de piekafvoer door verstedelijking?
timer
1:00

Slide 35 - Open vraag

Door verstedelijking worden huizen gemaakt, waardoor de grond wordt bedekt met steen. Regenwater filtreert niet door gesteente, dus dat water blijft aan het oppervlak. Hierdoor neemt de piekafvoer toe, omdat het water minder makkelijk afgevoerd kan worden.
Bekijk de grafiek: Hoeveel was de piekafvoer in 2012 voor Lobith?

Slide 36 - Open vraag

Ongeveer 6.800 liter regenwater.
Wij lezen samen: Aan de kust

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wonen aan de kust
  • Wonen in kustgebieden;
  • Duinen en dijken ontbreken vaak.
maar....
  • Zeespiegel stijgt;
  • Meer overstromingen vanuit zee;
  • Meer orkanen.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Nu de zeespiegel stijgt, zijn er vaker overstromingen vanuit zee.
A
Niet waar.
B
Waar.

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontstaat een orkaan?
Lees dit goed door: je krijgt zo een vraag...

Orkanen ontstaan boven zeewater wat minimaal een temperatuur van 27 graden moet hebben. Door de warmte stijgt de lucht snel op en gaat ronddraaien.
timer
0:30

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontstaat een orkaan?
Gebruik 'zeewater', 'graden' en 'stijgt'.

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit ging...
Slecht! ik heb meer uitleg nodig
Matig, ik moet nog meer oefenen
Redelijk, maar er is nog werk aan de winkel
Goed, ik begrijp het!

Slide 43 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Maak:
- Opdrachten 2 - 3 - 4 - 7.

Slecht en matig= samen opdrachten maken.
Redelijk en goed = zelfstandig aan de slag!

Klaar? 
1. Nakijken;
2. Oefenen op Quizlet.
Denk aan je cijfer voor werkhouding/gedrag!

1. Zorgvuldig nakijken:
- Andere kleur;
- Goed? Krul!
- Fout? Kruis, schrijf eronder/ernaast juiste antwoord in hele zinnen!

2. In stilte werken :)

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week...
§3.3 Wereld: vaak te weinig water.

Over twee weken: Oefentoets Wereld + Herhalingsopdrachten!

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies