Temperatuur en Compressie

Quiz


Succes!!! 
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
VTHMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Quiz


Succes!!! 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Wat is de andere term voor de wattenlaag in een verband?
A
Gaaskompres
B
Polstering
C
Hydrofiel windsel
D
Elastische zwachtel

Slide 4 - Quizvraag

Polsteren

Slide 5 - Tekstslide

Wat weet je over atherosclerose?

Slide 6 - Woordweb

Atherosclerose

Slide 7 - Tekstslide

Veneuze insufficiëntie is
A
Stoornis in het afvoerende veneuze systeem.
B
Slagaderverkalking.

Slide 8 - Quizvraag

Wat is Ambulante compressietherapie?
A
Zwachtelen,behandelen van oedeem met een verband.
B
Ontstekingen van de huid die slecht genezen
C
Pijn in de benen door een vernauwing of afsluiting in een slagader.

Slide 9 - Quizvraag

Wat zijn ulcera?

Slide 10 - Open vraag

compressie zwachtelen bij een mobiel iemand doe je met......
A
lange rek zwachtel
B
korte rek zwachtel

Slide 11 - Quizvraag

wat is een indicatie voor ambulante compressie therapie?
A
arterieel vaatlijden
B
veneus vaatlijden
C
sereus vaatlijden
D
subcutaan vaatlijden

Slide 12 - Quizvraag

Het principe van compressie therapie is:
A
aanvoer van vocht
B
afvoer van vocht

Slide 13 - Quizvraag

Wat is hypotensie?
A
Verhoogde lichaamstemperatuur
B
Lage bloeddruk
C
Onderkoeling
D
Hoge bloeddruk

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

Wat is een ander woord voor onderkoeling, waarbij de lichaamstemperatuur 35 °C of lager is?
A
Hypertensie
B
Hypothermie
C
Hypotensie
D
Hyperthermie

Slide 16 - Quizvraag

Wat weet je over trombose?

Slide 17 - Woordweb

Wat is homeotherm?

Slide 18 - Open vraag

Je kerntemperatuur is de temperatuur diep in de weefsels van het lichaam
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Rilreflex is onbewuste lichamelijke reactie om lichaamswarmte te produceren door te rillen.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Dit was de laatste vraag, wie heeft er gewonnen?
Wie heeft er gewonnen?
Dit was de laatste vraag

Slide 21 - Tekstslide