present simple en continuous

Present simple and present  continuous
Present and
past continuous
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Present simple and present  continuous
Present and
past continuous

Slide 1 - Tekstslide

Welke tijd is de present simple en de present continuous in het Nederlands?

Slide 2 - Open vraag

Wat weet jij al van de present?

Slide 3 - Woordweb

Wat is het verschil tussen de volgende 2 zinnen?
He is drawing a dinosaur.
He draws a dinosaur.

Slide 4 - Open vraag

Present simple

Bij feiten / gewoontes

(facts/habits)

woorden in de zin:
always, every day, annually, regulary, sometimes, enzovoorts


HELE WERKWOORD
(bij I, you, we, they)
of
HELE WERKWOORD + S
(bij he, she, it)


Slide 5 - Tekstslide

to work (werken):
I work at KFC
You work at McDonald's
He/She/it works at Burger King

We work at Jumbo
You work at the Albert Heijn
They work at the Lidl

Slide 6 - Tekstslide

Welke personen krijgen werkwoord + S?

Ezelsbruggetje/reminder:


He + she + it (shit)

Werkwoord + s!

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Present continuous
Nu bezig (op dit moment aan de gang)
of in de nabije toekomst of bij irritatie

at the moment, now, Look!, Listen!, today, enzovoorts

am / are / is + werkwoord + ing

Slide 9 - Tekstslide

Present continuous
I am talking right now
You are listening right now
He is writing at the moment
We are learning English
You are going to school in Oss
They are talking to the teacher

Slide 10 - Tekstslide

Duurvorm = aan de gang

Slide 11 - Tekstslide

Present continuous

Slide 12 - Tekstslide

Rebecca is watching Netflix.
A
Present simple
B
Present continuous

Slide 13 - Quizvraag

Lucy lives in London.
A
Present simple
B
Present continuous

Slide 14 - Quizvraag

My parents ..............(shop) right now.
A
shop
B
are shopping

Slide 15 - Quizvraag

She is playing the piano.
A
Present Simple
B
Present Continuous

Slide 16 - Quizvraag

He does the dishes every day.
A
Present simple
B
Present continuous

Slide 17 - Quizvraag


A
Present Simple
B
Present Continuous

Slide 18 - Quizvraag

Present simple of present continuous?
welke gebruiken we om gewoontes aan te geven?
A
Present Simple
B
Present Continuous

Slide 19 - Quizvraag

Present simple of present continuous?
Als iets op dit moment bezig is, noemen we dat de:
A
Present simple
B
present continuous

Slide 20 - Quizvraag

Present continuous vs. present simple 

Slide 21 - Tekstslide

Present simple
Present continuous
I walk to school every day.
shit-regel
am / are / is + ww + ing
Peter is writing a letter.
hele werkwoord

Slide 22 - Sleepvraag