3.1 Hoe ga jij geld verdienen?

Hoofdstuk 3: Aan het werk
Welkom 
Zoek rustig een plek en pak alvast je spulletjes voor!

Regels
  • Jassen liggen in het kluisje
  • Eten en drinken in de tas
  • We behandelen elkaar met respect
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3: Aan het werk
Welkom 
Zoek rustig een plek en pak alvast je spulletjes voor!

Regels
  • Jassen liggen in het kluisje
  • Eten en drinken in de tas
  • We behandelen elkaar met respect

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Planning:

  • Uitleg
  • Oefenen
  • Aan het werk 
  • Vragen en afsluiting


Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Lesdoel    Je leert: 
- Je kunt nu uitleggen wat er in een arbeidsovereenkomst staat en wat een proeftijd is.
- Je kunt nu uitleggen wat een cao is en voor wie een cao geldt.
- Je kunt nu het verschil uitleggen tussen een werkgever en werknemer
- Je kunt nu gegevens uit een staafdiagram aflezen en een staafdiagram tekenen

Slide 3 - Tekstslide

Stappenplan vragen
  • Wat word er van je gevraagd?
  • Welke formule/theorie heb ik hiervoor nodig? 

  • Schrijf een volledige omschrijving/berekening op.( Alles wat je op je rekenmachine intypt schrijf je ook op!
  • Schrijf je antwoord op.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe ga jij geld verdienen?
Hand opsteken!

Slide 5 - Tekstslide

Inkomen
  • Als je gaat werken, begin je meestal als werknemer.  Je bent dan in loondienst van een werkgever.
  • Een werkgever heeft een of meer personen in dienst aan wie die loon betaalt. 
  • Sommige mensen hebben een eigen bedrijf.
Voordeel: als eigenaar mag je alles zelf bepalen.
Nadeel: zonder opdrachten heb je geen inkomen.


Leerdoel: Ik kan het verschil uitleggen tussen een werkgever en werknemer.

Slide 6 - Tekstslide

Hand opsteken!

Slide 7 - Tekstslide

Hand opsteken!

Slide 8 - Tekstslide

Hand opsteken!

Slide 9 - Tekstslide

Afspraken
Een bedrijf kan op zoek zijn naar nieuw personeel. Dan is er een vacature.

Als je wordt aangenomen, onderteken je een arbeidsovereenkomst. Dat is een afspraak dat je als werknemer gaat werken voor de werkgever.

In de arbeidsovereenkomst staan arbeidsvoorwaarden over:
  • hoeveel uur je werkt,
  • het loon,
  • het aantal vakantiedagen,
  • of je cursussen of een opleiding mag volgen.



Leerdoel: Ik kan uitleggen wat er in een arbeidsovereenkomst staat en wat een proeftijd is.

Slide 10 - Tekstslide

Hand opsteken!

Slide 11 - Tekstslide

Hand opsteken!

Slide 12 - Tekstslide

Proeftijd
Meestal begin je een baan met een proeftijd. Jij en je werkgever kunnen kijken of de samenwerking bevalt.

Ben jij niet tevreden?
Of is de werkgever niet tevreden over jou?
Zowel jij als je werkgever mag dan de arbeidsovereenkomst meteen beëindigen.

Een proeftijd mag niet langer dan twee maanden duren.



Leerdoel: Leerdoel: Ik kan uitleggen wat er in een arbeidsovereenkomst staat en wat een proeftijd is.

Slide 13 - Tekstslide

Hand opsteken!

Slide 14 - Tekstslide

Afspraken voor alle werknemers
Er zijn gezamenlijke afspraken voor een bedrijfstak. Bijvoorbeeld voor de bouw, de horeca, het vervoer of het onderwijs.

 
Die afspraken staan in een
cao = collectieve arbeidsovereenkomst.

De afspraken gaan onder andere over:
  • loon
  • werktijden
  • vakantiedagen

Grote bedrijven, zoals Philips en KLM hebben vaak een eigen cao.

Leerdoel: Ik kan uitleggen wat een cao is en voor wie een cao geldt.

Slide 15 - Tekstslide

Hand opsteken!

Slide 16 - Tekstslide

Hand opsteken!

Slide 17 - Tekstslide

Afspraken voor alle werknemers

Brutoloon = het loon waarop niets is ingehouden.

  • Dit spreken jij en je werkgever samen af.
  • Het brutoloon staat in je arbeidsovereenkomst.

Van je brutoloon gaan inhoudingen af:
  • loonbelasting
  • sociale premies.
De werkgever betaalt die aan de Belastingdienst.

Wat overblijft, ontvang je op je bankrekening. Dat is je nettoloon.



Leerdoel: Ik kan met gegeven informatie het nettoloon berekenen.

Slide 18 - Tekstslide

Afspraken voor alle werknemers

Je brutoloon is €1950. Daarop wordt €170 aan loonbelasting ingehouden en €94 aan sociale premies.

Stap 1: Tel te premies inhoudingen op.
Stap 2: Brutoloon - inhoudingen = nettoloon.

Leerdoel: Ik kan met gegeven informatie het nettoloon berekenen.

Slide 19 - Tekstslide

Afspraken voor alle werknemers

Je brutoloon is €4150. Daarop wordt €380 aan loonbelasting ingehouden en €108 aan sociale premies.

Stap 1: Tel te premies inhoudingen op.
Stap 2: Brutoloon - inhoudingen = nettoloon.

Leerdoel: Ik kan met gegeven informatie het nettoloon berekenen.

Slide 20 - Tekstslide

Afspraken voor alle werknemers

Je brutoloon is €5600. Daarop wordt €547 aan loonbelasting ingehouden en €153 aan sociale premies.

Stap 1: Tel te premies inhoudingen op.
Stap 2: Brutoloon - inhoudingen = nettoloon.

Leerdoel: Ik kan met gegeven informatie het nettoloon berekenen.

Slide 21 - Tekstslide

Maakwerk voor in de les
Doen:
  • Maken H3.1 t/m opdr. 12
  • Hoe: alleen of in duo's 
  • Tijd: 
  •  Klaar: aan de slag met opdracht. 13 t/m 15

Opmerkingen: 
Werk netjes onder elkaar. 

Slide 22 - Tekstslide

En...?
Wat hebben we vandaag geleerd?

Slide 23 - Tekstslide