Geldrekenen niveau 4,5 en 6: quizvragen


A
45 cent
B
15 cent
C
50 cent
D
25 cent
1 / 34
volgende
Slide 1: Quizvraag
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les


A
45 cent
B
15 cent
C
50 cent
D
25 cent

Slide 1 - Quizvraag

Geel = niveau 4
Blauw -  niveau 5
groen - niveau 6


Hoeveel geld ligt hier?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel geld ligt hier

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kijk goed naar de volgende euro biljetten en naar de bijhorende letter
A
C
B
D

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kost de trui ongeveer?
A
2 euro
B
30 euro
C
299 euro

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou deze mobiel kunnen kosten?
A
25 euro
B
85 euro
C
350 euro

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rond het bedrag af.

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kosten twee shirts ongeveer?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kosten
3 shirts? ong?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het huis kost ongeveer?
A
ruim 5 ton
B
bijna 5 ton
C
ruim 6 ton
D
bijna 6 ton

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit huis kost
A
2000 euro
B
2 ton
C
5 ton
D
2 miljoen

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het huis kost ongeveer
A
bijna 1 ton
B
ruim 1 ton
C
bijna 1000 euro
D
ruim 1000 euro

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies