H9 Negatieve getallen
1 / 46
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Positieve getallen
Negatieve getallen
-10
0
7
-3
6,5
Slide 2 - Sleepvraag
Kies uit groter of kleiner:
3 is ... dan -7
3 is ... dan -7
A
Groter
B
Kleiner
Slide 3 - Quizvraag
Groter dan
Kleiner dan
Gelijk aan
<
>
=
Slide 4 - Sleepvraag
4
-1
2
-2
3
-4
0
-7
-14
-18
14
-38
18
12
19
-3
-20
-2
<
<
<
<
<
<
<
<
<
<
>
>
>
>
>
>
>
>
>
>
Slide 5 - Sleepvraag
Henk staat op verdieping 4 van een gebouw.
Met de lift gaat hij 5 verdiepingen naar beneden.
Op welke verdieping is hij nu?
Met de lift gaat hij 5 verdiepingen naar beneden.
Op welke verdieping is hij nu?
A
1
B
-1
C
9
D
-9
Slide 6 - Quizvraag
Wat zal er met de temperatuur gebeuren als de heks koude blokjes in de ketel gooit?
Slide 7 - Open vraag
Wat zal er met de temperatuur gebeuren als de heks warme blokjes in de ketel gooit?
Slide 8 - Open vraag
In de nacht is het -4 graden.
Overdag is het 6 graden warmer.
Wat is de temperatuur overdag?
Overdag is het 6 graden warmer.
Wat is de temperatuur overdag?
A
10 graden
B
- 10 graden
C
2 graden
D
-2 graden
Slide 9 - Quizvraag
-7 + 3 =
A
-10
B
10
C
-4
D
4
Slide 10 - Quizvraag
16 + - 3=
A
19
B
13
C
- 19
D
-13
Slide 11 - Quizvraag
-3 + -3 =
A
- 6
B
6
C
0
Slide 12 - Quizvraag
-10 + 3 =
Slide 13 - Open vraag
... + -3 = -1
Slide 14 - Open vraag
6 + - 9 =
Slide 15 - Open vraag
12 + ... = 4
Slide 16 - Open vraag
7 + - 3 =
Slide 17 - Open vraag
5 + -1 =
A
6
B
4
C
- 4
D
- 6
Slide 18 - Quizvraag
- 8 + - 2 =
A
- 10
B
10
C
- 6
D
6
Slide 19 - Quizvraag
2 - -1=
A
3
B
- 3
C
1
D
- 1
Slide 20 - Quizvraag
-7 - -10 =
A
- 17
B
17
C
3
D
- 3
Slide 21 - Quizvraag
-5 - 3 =
A
-8
B
8
C
-2
D
2
Slide 22 - Quizvraag
5 - 7 =
A
2
B
-12
C
-2
D
kan niet
Slide 23 - Quizvraag
-7 - 8 =
A
-1
B
1
C
-15
D
15
Slide 24 - Quizvraag
12 - -11 =
A
-1
B
1
C
-23
D
23
Slide 25 - Quizvraag
-3 + -5 =
Slide 26 - Open vraag
2 + ... = -4
Slide 27 - Open vraag
... + - 3 = 7
Slide 28 - Open vraag
- 5 + 12 = ...
Slide 29 - Open vraag
- 8
- 6
- 4
- 7
2
-5 - 3 =
-6 - - 8 =
3 - 7 =
- 13 - - 6 =
- 2 - 4 =
- 1 - - 3 =
-3 - 3 =
- 11 - - 3 =
Slide 30 - Sleepvraag
opzij
omhoog / omlaag
Slide 31 - Sleepvraag
Wat is belangrijk bij coördinaten?
A
punten schrijf je met een hoofdletter
B
eerst opzij, dan omhoog of omlaag
C
haakjes om de coördianten
D
A, B en C zijn alledrie belangrijk
Slide 32 - Quizvraag
Geef de coördinaten van
punt F.
punt F.
Slide 33 - Open vraag
Geef de coördinaten van
punt D.
punt D.
Slide 34 - Open vraag
Geef de coördinaten van
punt E.
punt E.
Slide 35 - Open vraag
Geef de coördinaten van
punt C.
punt C.
Slide 36 - Open vraag
Slide 37 - Tekstslide
Welk voorwerp is gevonden op (9, -4)?
Slide 38 - Open vraag
Schrijf de coördinaten van de vindplaats van de paal op.
Slide 39 - Open vraag
Schrijf de coördinaten van de vindplaats van de knoop op.
Slide 40 - Open vraag
Slide 41 - Tekstslide
Hoeveel cm was de waterhoogte om 3 uur?
Slide 42 - Open vraag
Op welke uren was de waterhoogte -80 cm?
Slide 43 - Open vraag
Geef de coördinaten van
punt B.
punt B.
Slide 44 - Open vraag
Geef de coördinaten van
punt A
punt A
Slide 45 - Open vraag
Ik ga voor de toets van hoofdstuk 9
een .... halen
een .... halen
