In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
H8 Burgers en stoommachines
8.4 De emancipatiebewegingen
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen wat emancipatiebewegingen zijn en kun je herkennen en uitleggen wat feminisme en confessionalisme is.
Slide 2 - Tekstslide
Emancipatiebewegingen
Confessionelen, socialisten en feministen voelden zich achtergesteld.
Ze willen gelijke rechten voor hun groep.
Slide 3 - Tekstslide
Waarom ontstaan politieke partijen?
Katholieken voelen zich achtergesteld: gelijke rechten als protestanten
Socialisten willen de sociaal zwakkeren helpen.
Tegen de ideeën van de Liberalen en/of de van de Franse Revolutie (vooral protestanten)
Slide 4 - Tekstslide
Confessionalisme
Politiek die uitgaat van het geloof
Industriële samenleving / liberalisme had tot gevolg dat geloof steeds minder belangrijk werd
Strijd met liberalen om 'bijzonder' onderwijs
Slide 5 - Tekstslide
Herman Schaepman (Algemeene Bond van RK-kiesverenigingen)
Abraham Kuyper (Anti-Revolutionaire Partij ARP)
Slide 6 - Tekstslide
Feminisme
Vrouwen die opkomen voor de (gelijke) rechten van de vrouw
Zoals kiesrecht en het worden toegelaten op universiteiten
Slide 7 - Tekstslide
2.3: Het eerste feminisme
Slide 8 - Tekstslide
Tegenstanders
'Onfatsoenlijk'
'De rol van de vrouw is binnenshuis'
'De vrouw is een moeder'
'Politiek is geen plek voor vrouwen'
Slide 9 - Tekstslide
Vereeniging voor
Vrouwenkiesrecht (VVVK)
Wilhelmina Drucker Aletta Jacobs
Slide 10 - Tekstslide
Aletta Jacobs
Aletta Jacobs wilde studeren: schrijft in 1871 brief aan Minister Thorbecke voor toestemming en wordt arts.
Slide 11 - Tekstslide
0
Slide 12 - Video
H8 Burgers en stoommachines
8.5 De Sociale Kwestie
Slide 13 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen wat de sociale kwestie is
Slide 14 - Tekstslide
Wat is de Sociale Kwestie? (1)
Een kwestie is een probleem
De slechte woon- en werkomstandigheden van de arbeiders zijn duidelijk zichtbaar.
Eind 19e eeuw.
Vooral in de steden.
Slide 15 - Tekstslide
Wat is de Sociale Kwestie? (2)
‘De rijken worden rijker, de armen worden armer’
Alleen ‘de rijken’ mogen stemmen
Hierdoor blijven ‘de rijken’ aan de macht
Slide 16 - Tekstslide
Let op: De weekinkomsten van een mannelijke arbeider
was ongeveer 900 cent (9 gulden)
Slide 17 - Tekstslide
Wie helpt de arbeiders? (1)
Sommige fabrikanten gaven de arbeiders wél wat extra's (soms ook uit eigen belang: een fittere arbeider werkt harder...)
Arbeiders gaan staken
Arbeiders gaan samenwerken in vakbonden.
Slide 18 - Tekstslide
Wie helpt de arbeiders? (2)
Nederland kent drie grote politieke groepen: socialisten (links), confessionelen (midden) en liberalen (rechts)
Deze politieke groepen hebben allemaal een andere oplossing voor de Sociale Kwestie, maar ook allemaal eigen belangen
Slide 19 - Tekstslide
Liberalen
Nachtwakersstaat: overheid zorgt alleen voor orde en veiligheid