1 - 1. De Wetenschappelijke Revolutie

HC Verlichting
1650-1900
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

HC Verlichting
1650-1900

Slide 1 - Tekstslide

Periode 2
Historische Context: de Verlichting
Tijdvak 5 t/m 8
Domein D: democratie en rechtsstaat 

Slide 2 - Tekstslide

Leidende vragen
1. Welke ideeën ontstonden tijdens de Verlichting over een meer rechtvaardige samenleving (1650-1789)?

2. Hoe werden verlichte ideeën tijdens de democratische revoluties in de Verenigde Staten en Frankrijk in de praktijk gebracht (1776–1813)?

3. In welke mate bepaalden verlichtingsideeën de politieke cultuur in Europa (1813-1900)?

Slide 3 - Tekstslide

Immanuel Kant:
“Verlichting is het uittreden van de mens uit zijn onmondigheid waaraan hij zelf schuldig is. Onmondigheid is het onvermogen gebruik te maken van zijn verstand zonder leiding van een ander. Aan deze onmondigheid is men zelf schuldig wanneer de oorzaak ervan niet ligt in gebrek aan verstand maar ligt in het gebrek aan beslissing en moed het verstand te gebruiken zonder leiding van een ander. 

‘Sapere aude!’: ‘Heb de moed te weten’ (d.i. gebruik te maken van uw eigen verstand), is derhalve het devies van de Verlichting’.”

Slide 4 - Tekstslide

De Waarheid onthuld

Illustratie bij de titelpagina van de Encyclopédie

De Rede en de Filosofie onthullen in een klassieke tempel de Waarheid door haar sluier weg te nemen.

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
1 Je kunt de oorzaken van de wetenschappelijke revolutie aangeven en uitleggen welk gevolg de wetenschappelijke revolutie had voor de opvattingen over de verantwoordelijkheid van staat of vorst tegenover de godsdienst.
 
2 Je kunt uitleggen hoe inzichten vanuit de wetenschappelijke revolutie doorwerkten in de Verlichting en leidden tot rationeel optimisme.

Slide 6 - Tekstslide

Koppel de filosoof aan het juiste verlicht idee.

A Montesquieu
B Locke
C Rousseau
D Adam Smith
E Descartes



1 de algemene wil
2 Economisch eigenbelang
3 Natuurrechten
4 Trias Politica
5 Rationalisme

Slide 7 - Tekstslide

Syllabus
In de 17e eeuw zorgden ontdekkingsreizen, ambachtelijke technieken, humanistische tekstanalyse, het rationalisme van Descartes en het empirisme van Locke voor de wetenschappelijke revolutie. Nieuwe inzichten en ontdekkingen, zoals de natuurwetten van Newton, leidden tot discussies over de positie van godsdienst in de samenleving. Een belangrijk gevolg van deze debatten was dat godsdienst en geweten steeds minder als verantwoordelijkheid van staat of vorst werden gezien, maar als zaken van het individu.

Slide 8 - Tekstslide

De wetenschappelijke Revolutie
Door nauwkeurig te observeren en te experimenteren wordt er zo veel nieuwe kennis vergaard dat de kijk op de wereld grondig wordt verandert.

Ontstaan van twee onderzoeksmethoden:
Het rationalisme en empirisme

Slide 9 - Tekstslide

Oorzaken
Ontdekkingsreizen: toename van kennis van de wereld

Ambachtelijke technieken: meer controle over de natuur en behoefte aan precieze metingen

Humanistische tekstanalyse: verder bouwen op Griekse en Romeinse kennis

Slide 10 - Tekstslide

René Descartes
Rationalisme

methode waarbij men vanuit aangeboren, zekere ideeën (zoals het bestaan van jezelf en van God) via logisch en intuïtief redeneren tot kennis komt.

Slide 11 - Tekstslide

John Locke
Empirisme

Door veel waarnemingen met elkaar te vergelijken en te combineren ontstaat betrouwbare kennis en komt men tot inzichten,

Slide 12 - Tekstslide

Empirisme en rationalisme
Het empirisme redeneert van meerdere losse zintuiglijke waarnemingen naar een hypothese (‘vier koeien zijn zwart en wit’, dat kan ik zien, dus is de hypothese ‘alle koeien zijn zwart en wit’; althans tot er een tegenvoorbeeld komt = inductie). 

Het rationalisme gaat uit van een algemene hypothese (natuurwet), waaruit je voortdurend losse, individuele conclusies kunt trekken (als a+b < c dan is c > a, bijvoorbeeld = deductie).

Slide 13 - Tekstslide

Nieuwe inzichten en ontdekkingen

Slide 14 - Tekstslide

Nieuwe inzichten en ontdekkingen
Voorbeelden:
Isaac Newton: zwaartekracht
Galilei: de zon is het centrum van het heelal, niet de aarde 

Nieuwe inzichten weken af van de kerkelijke leer en leidden tot meer twijfel.

Slide 15 - Tekstslide

Conflict met de kerk
Verlicht idee: de mens is zelf vrij om te denken.

Godsdienst en geweten werd daarom steeds minder als verantwoordelijkheid van staat of vorst werden gezien, maar als zaken van het individu.


Slide 16 - Tekstslide

Deïsme
God heeft de natuurwetten bij de schepping ingesteld, maar sindsdien functioneert het heelal zelfstandig, zonder Zijn sturende hand.

Slide 17 - Tekstslide