LJ 2 Gelukkig worden

Hoofdstuk 1
Gelukkig worden
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1
Gelukkig worden

Slide 1 - Tekstslide

Begrippen vorige les herhalen
Gewone vragen?
Levensvragen?
Levensbeschouwing?
Persoonlijke levensbeschouwing?
Gemeenschappelijke levensbeschouwing?
Het nut van levensbeschouwing?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen:
Geluk hebben

Gelukkig zijn

?

Slide 3 - Tekstslide

Vragen voor in de klas
1. Wat is voor jou 'gelukkig zijn'?

2. Waarom is het belangrijk om gelukkig te zijn?

3. Is het mogelijk om altijd gelukkig te zijn?

Slide 4 - Tekstslide

Paragraaf 1:
Wat maakt gelukkig?

- Lezen: Inleiding op blz. 5
- Maken: Opdracht 1, 
- Lezen: Bron 1, 2a, 2b, 3, 4
- Maken Opdracht 2, 3, 4a, 6, 7, 10

Daarna: Opdrachten bespreken, opdracht 8 samen doen

Slide 5 - Tekstslide

Paragraaf 2: Genot en geluk
Lezen: Bron 5 en 6 op blz. 12 en 13
Maken: Opdracht 12, 13, 16 (alleen filmpje zoeken)

Slide 6 - Tekstslide

Waar geniet jij het meest van?
Denk hierbij aan zien, horen, proeven, ruiken en voelen.

Slide 7 - Tekstslide

Paragraaf 3: Geluk: verschillend van kwaliteit




Klassengesprek:
Wat is leedvermaak en 
waarom vinden mensen dat vaak zo leuk?

Slide 8 - Tekstslide

Lezen: Bron 7 en 8 (blz. 14 en 15)
Maken: Opdracht 17 t/m 20

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Paragraaf 4: Epicurus: 
Een les in genieten
Lezen: Bron 9 op blz. 16
Maken opdracht 21

Lezen Bron 10 A, B en C op blz. 16 en 17
Maken opdracht 22, 23 en 24

Klassengesprek: Kunnen we iets leren van mensen die al meer dan 2000 jaar dood zijn?

Slide 12 - Tekstslide

Factoren van geluk
Bevrediging van basisbehoeften
Wensen in vervulling laten gaan
Zintuigelijk genot
Hobby's, sport etc.
Consumeren/consuminderen
Mensen om je heen (bv. familie, vrienden etc)
Andere mensen (of dieren) helpen

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht voor punt
Onderdeel A


Schrijf voor jezelf op waar jij NU gelukkig van wordt, en waarom.
Schrijf daarna op wat je wilt bereiken in jouw leven en hoe jouw leven er over 5/10/20 (je mag zelf kiezen) jaar uit moet zien.
Gebruik hiervoor minimaal 4 factoren van geluk.


Onderdeel B

Je gaat drie mensen interviewen (maximaal één klasgenoot). Leg deze mensen uit wat de factoren van geluk zijn. Vraag hun van welke factoren zij het meest gelukkig worden, en laat ze duidelijk uitleggen waarom.
Van deze drie interviews maak je een kort verslagje.


Slide 14 - Tekstslide

• Type je verslag in een Word-document
• Bestandsnaam van Word-document = naam + klas
(bijvoorbeeld: HB2A Barrie Bakfiets)
• Zet je naam en klas boven de opdracht
• In totaal minimaal 350 woorden
• Inleveren via Teams
• Lettertype calibri 11

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Paragraaf 5: Dwing je geluk af 
of krijg je het?
Lezen bron 11, 12
Maken opdracht 25, 26, 27, 30
.
Lezen tekst boven bron 13 + bron 13
Maken opdracht 31

Lezen bron 14
Maken opdracht 32

Slide 17 - Tekstslide

Leren voor het proefwerk
Bronnen: 2a+b, 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10a+b+c, 11, 12, 13, 14 (tip: maak hier een samenvatting van)
Opdrachten: 6, 7, 10 (vooral uitleggen waarom), 12, 13, 17, 21, 23, 25, 27, 31
De geluksfactoren die bij de PO horen (staan niet in het boek)

Belangrijk!
- Basisbehoeften
- Verschil geluk en genot
- Consumptiemaatschappij
- Geluksfactoren

Slide 18 - Tekstslide