T1BS4 Ademhalingsstelsel bij mensen

Basisstof 2-3
Het ademhalingsstelsel bij mensen 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Basisstof 2-3
Het ademhalingsstelsel bij mensen 

Slide 1 - Tekstslide

programma
Kort herhalen vorige les. 
Korte introductie nieuwe lesstof
uitleg bas1
uitleg bas2
zelfstandig werken
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Na vandaag:
  • Kan je de delen van het ademhalingsstelsel noemen met hun kenmerken en functies
  • Weet je hoe de huig en het strotklepje helpen bij ademen en slikken
  • Weet je hoe de uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide gaat

Slide 3 - Tekstslide

Wat doen de mitochondriën?
A
Energie produceren voor de cel
B
Energie verbruiken
C
Verbrandingsprocessen
D
Maken van eiwitten

Slide 4 - Quizvraag

Wat heb je niet nodig voor fotosynthese?
fotosynthese:
koolstofdioxide + water + licht => glucose + zuurstof

Mineralen zijn nodig om van glucose eiwitten en vetten te maken, maar dat is geen fotosynthese
A
mineralen
B
zonlicht
C
water
D
koolstofdioxide

Slide 5 - Quizvraag

Wat levert de energie voor fotosynthese?
en
Wat zijn de fabriekjes voor fotosynthese?
A
zonlicht levert de energie en bladgroenkorrels zijn de fabriekjes
B
glucose levert de energie en bladgroenkorrels zijn de fabriekjes
C
glucose levert de energie en de de celkernen zijn de fabriekjes
D
zonlicht levert de energie en de celkernen zijn de fabriekjes

Slide 6 - Quizvraag

bas2. Verbranding bij organismen
Ieder levend wezen doet altijd aan verbranding!
Verbranding is niet altijd even hoog; als je beweegt verbrand je meer/sneller
Elke cel doet aan verbranding

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Ademhalingsstelsel

Slide 9 - Tekstslide

Neusholte en mondholte
Neusharen houden grote stofdeeltjes tegen.
De neusholte is bekleed met neusslijmvlies. 

Neusslijm: kleine stofdeeltjes en 
ziekteverwekkers blijven kleven aan het slijm.

Trilharen: Verplaatsen het slijm naar de keelholte
Reukzintuig: zit boven in je neusholte

Slide 10 - Tekstslide

Keelholte en strottenhoofd
In de keelholte zitten de huig en het strottenklepje.
De huig: sluit de neusholte af als je voedsel inslikt. 
De strottenklep:sluit de luchtpijp af.

In het strottenhoofd zitten de stembanden.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Luchtpijp en bronchiën
De luchtpijp is een holle buis die aansluit op het strottenhoofd.

Kraakbeenringen: zorgen voor de stevigheid van de luchtpijp.

De luchtpijp is bedekt met slijmvlies.

Slide 14 - Tekstslide

Bronchiën 
De luchtpijp splitst zich in 2 takken: de bronchiën

Ze vertakken zich in steeds kleinere buisjes en eindigen in longblaasjes

Ook de wanden van de bronchien 
en longblaasjes zijn bedekt met slijmvlies

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

afsluiting centrale les.

Slide 17 - Tekstslide

Welke volgorde van onderdelen van het ademhalingsstelsel gaat ingeademde lucht via de neus achtereenvolgens langs?

Slide 18 - Open vraag

Wat doen trilharen?
A
Ze verplaatsen het slijm met de stofdeeltjes naar de keelholte
B
Ze maken de lucht die je inademt vochtig
C
Ze verwarmen de binnenstromende lucht
D
Ze vervoeren de lucht in de neusholte

Slide 19 - Quizvraag

Geef vier redenen waarom neusademhaling beter is dan mondademhaling

Slide 20 - Open vraag

Waarom hebben de kraakbeenringen een hoefijzervorm?

Slide 21 - Open vraag

Aan het werk
lezen basisstof 2, maken opdracht: 
1-2-3-5-6-7
Lezen basisstof 3, maken opdracht:
1-2-3-4-6-7-8

Probeer de 'leg uit' vragen op een correcte manier te beantwoorden!

Slide 22 - Tekstslide