Week 1:- Wonen - Introductie

Wonen
Les 1: Introductie



1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
WonenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wonen
Les 1: Introductie



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  1. Introductie module
  2. Eindopdracht
  3. Theorie
  4. Opdrachten
  5. Opdracht voor op je stage bespreken
  6. Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Deel 1: 90 min (2 x45 min)

5 min. Welkom en AWR
5 min. Energizer
4 min. lesdoelen
3 min. Programma
20 min  Uitleg en Opbouw vak
10 min  Theoretische gedeelte
20 min  Leeractiviteit 2
10 min Lesdoelen check
3 minuten afsluiting les

80 min. totaal





Hoe voel jij je nu?
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik fase 1 
KENNISMAKING

Fase 1 is afgerond. Onderstaande vakken/modules stonden centraal:

  • Beroepsoriëntatie: Verkennen van het beroep Maatschappelijke zorg, afgerond met een eindopdracht
  • Werknemerschap en Recht: professionaliteit, rechten en plichten, afgerond met een eindopdracht
  • BPV deze loopt nog door in fase 2: Verdiepen in waar je stage kan lopen.
  • LOB deze loopt door in fase 2: Loopbaancompetenties
  • LB deze loopt door in fase 2: Loopbaancompetenties
  • SLB deze loopt door in fase 2: Praktische zaken
  • ICM deze loopt door in fase:  Huiswerktijd + individueel gesprekken tussen slb'er en student
  • Rekenen deze loopt door in fase 2
  • Nederlands deze loopt door in fase 2
  • Engels deze loopt door in fase 2


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vooruitblik Fase 2 
INDIVIDUELE ONDERSTEUNING VAN DE CLIËNT
​​​​​Tot wanneer loopt fase 2, welke vakken zitten in deze fase 2 en waarom hebben we deze opdrachten.

De fase loopt tot einde van het school jaar, dus tot 18 juli 2025
In de BPV: Zelfzorg, Observeren, signaleren en rapporteren, Wonen en Participatie 
Op school: krijg je Gezondheid en voeding, deze module bestaat uit een groepsopdracht en een toets.

De eindopdrachten in deze fase, moet je met een voldoende afronden, zodat je een GO voor een examen krijgt.





Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je dat de module Wonen over zal gaan? (denk aan onderwerpen, wat voor eindopdracht/ lessen etc)

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud module 'wonen'
De module wonen duurt ongeveer 9 lesweken en bestaat uit de theorie en praktijk.
    - Lessen op school
    - Opdrachten in de praktijk
               
Eindopdracht
Gedragsobservatie en verantwoordingsgesprek op stage, deze worden door je STAGE beoordeeld. 
    
   


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding module wonen

In deze module ga je de komende weken aan de slag met de module 'wonen'. 

Zelfstandig wonen lijkt heel eenvoudig. Maar er komt best nog wat bij kijken. Zo moet je zorgen dat je huis schoon blijft. 

Niet voor iedereen is dit even vanzelfsprekend. Denk maar aan mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking. Ze kunnen daar hulp en begeleiding bij gebruiken.  




Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Tijdens de lessen werk je samen met je groepje aan de eindopdracht.
De docent begeleidt jullie in het proces en inhoud van de eindopdracht.

De stappen:
  1. Lees de eindopdracht (10 min);
  2. Lees de rubric ( 5 min)
  3. Klassikaal bespreken eindopdracht (15 min)

Vragen over de eindopdracht, moduleplanning of rubric?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe omschrijf je de eindopdracht van de module wonen?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Leefomgeving
Het leven speelt zich altijd af in een omgeving, de leefomgeving. Hoe deze eruitziet heeft invloed op het welzijn van de gebruikers. Heeft JOUW leefomgeving invloed op je welzijn?

De leefomgeving wordt gevormd door materiele omgeving en de sociale omgeving waarin mensen verblijven: de ruimte binnen en buiten, maar ook anderen met wie de omgeving wordt gedeeld.


Slide 12 - Tekstslide

De leefomgeving
Bij zorg voor de leefomgeving gaat het over de ruimte, inrichting en de manier waarop we er gebruik van maken. De leefomgeving bestaat uit de materiele en de sociale omgeving. De ruimte binnen en buiten, de inrichting, sfeer, kleuren en materialen bepalen voor een belangrijk deel of iemand zich prettig voelt of niet. Dat is de materiele omgeving. 

De mensen waar je de omgeving mee deelt en de manier waarop zij met elkaar en hun omgeving omgaan hebben ook invloed op die beleving. Dan heb je het over de sociale omgeving. Het is natuurlijk belangrijk dat de gebruikt van de ruimte op een prettige manier met elkaar en hun omgeving omgaan. Omdat je meestal met groepen werkt, spreek je hier duidelijke regels voor af. 



Heeft JOUW leefomgeving invloed op je welzijn?
Ja
Nee

Slide 13 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Leefomgeving
  • Materiele omgeving: De ruimte binnen en buiten, de inrichting, sfeer, kleuren en materialen bepalen voor een belangrijk deel of iemand zich prettig voelt.
  • Sociale omgeving: De mensen waar je de omgeving mee deelt en de manier waarop zij met elkaar en hun omgeving omgaan hebben ook invloed op die beleving.

Wanneer kunnen we zeggen dat er sprake is van een GOEDE leefomgeving?
Wat vind jij zelf een goede leefomgeving? 
Is dit voor iedereen hetzelfde? 
Is je hierin iets op gevallen bij je stageplek?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Methodisch werken
Methodisch werken houdt in dat je een vaste werkwijze aanhoudt bij de begeleiding. Door methodisch te werken, kun je de begeleiding verantwoorden en laten aansluiten op de cliënt.

  • Je krijgt een compleet beeld van de situatie, de cliënt en zijn omgevingsfactoren. 
  • Je kan de begeleiding persoonsgericht maken. 
  • Door de stappen regelmatig te evalueren, kun je de begeleiding ook bijstellen wanneer dit nodig is. 
  • Je  manier van begeleiden op de wensen, behoeften en mogelijkheden van de cliënt aanpassen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom methodisch begeleiden?
?
  • Doelgericht:
    Je richt je op het bereiken van een doel
  • Systematisch:
    Je werkt volgens vaste stappen
  • Procesmatig: Alle stappen sluiten op elkaar aan
  • Bewust: Je weet wat je doet en waarom je het doet

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Boek: Methodisch begeleiden
Hoofdstuk: 1 Methodisch handelen en vraaggericht werken

  • Opdracht 6: Methodisch handelen in de praktijk
  • Opdracht 7: Eigen regie bevorderen
  • Opdracht 8: Begeleiding in de praktijk

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelgericht werken is
A
Je voert de begeleiding uit om een doel te bereiken. Dit heet doelgericht handelen.
B
Je observeert de begeleiding uit om een doel te bereiken. Dit heet doelgericht handelen.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Systematisch handelen is
A
Je gaat NIET in een volgorde het doel proberen te behalen.
B
Je gaat in een volgorde stappen zetten moeten worden om het doel te behalen.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Procesmatig handelen is
A
Iedere stap moet aansluiten op de volgende stap. Dat heet procesmatig handelen.
B
De stappen hoeven NIET aan te sluiten op de volgende stap. Dat heet procesmatig handelen.

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bewust handelen is
A
Methodisch handelen houdt ook in dat je altijd weet wat je doet en waarom je het doet. Je handelt bewust
B
Methodisch handelen houdt ook in dat je altijd inspeelt op je gevoel en soms niet weet waarom je een keus maakt. Dit is bewust handelen.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke onderdelen kun je kiezen om je eindopdracht uit te voeren?

Slide 23 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de eerste stap van de eindopdracht?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Beginsituatie
Persoonlijke gegevens
Beschrijving levensgeschiedenis
Huisvesting
Financiën
Sociaal functioneren
Psychisch functioneren
Cognitief functioneren
Zingeving
Lichamelijk functioneren
Praktisch functioneren
Dagbesteding
Beginsituatie

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1: Eindopdracht
Start met het schrijven van een beginsituatie.


  - Kies een cliënt in overleg met je stagebegeleider.
  - Maak gebruik van de theorie die we hebben besproken.



Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies