Typevaardigheid: het Qwerty-toetsenbord gebruiken

Typevaardigheid: het Qwerty-toetsenbord gebruiken
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Typevaardigheid: het Qwerty-toetsenbord gebruiken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van de les
Aan het einde van de les kunnen de studenten met tien vingers het Qwerty-toetsenbord goed gebruiken, hoofd- en kleine letters typen, de tabtoets gebruiken en juist gebruikmaken van de spatie- en entertoets.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide dient als een korte inleiding over het doel van de les. Dit helpt de studenten om gefocust te blijven tijdens de les.
Wat weet je al over het gebruik van het Qwerty-toetsenbord?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het Qwerty-toetsenbord?
Het Qwerty-toetsenbord is een standaard toetsenbord dat wordt gebruikt voor het typen van tekst op een computer.

Slide 4 - Tekstslide

Leg kort uit wat het Qwerty-toetsenbord is en hoe het wordt gebruikt. Laat enkele voorbeelden zien van een Qwerty-toetsenbord.
Positie van de vingers
Bij het typen met tien vingers op het Qwerty-toetsenbord worden de vingers op specifieke toetsen geplaatst. De linkerhand rust op de toetsen ASDF en de rechterhand rust op de toetsen JKL;.

Slide 5 - Tekstslide

Geef een overzicht van de positie van de vingers bij het typen met tien vingers. Laat de studenten zien hoe ze hun vingers kunnen plaatsen.
Typen met hoofdletters
Om hoofdletters te typen, moet de Shift-toets worden ingedrukt en vastgehouden terwijl de letter wordt ingedrukt.

Slide 6 - Tekstslide

Laat de studenten zien hoe ze hoofdletters kunnen typen. Laat ze oefenen door een paar zinnen te typen met hoofdletters.
Typen met kleine letters
Typen met kleine letters is de standaardinstelling op het Qwerty-toetsenbord. Gebruik gewoon de toetsen op het toetsenbord zonder de Shift-toets in te drukken om kleine letters te typen.

Slide 7 - Tekstslide

Leg kort uit dat kleine letters de standaard zijn op het Qwerty-toetsenbord. Laat de studenten oefenen met het typen van kleine letters.
Gebruik van de Tab-toets
De Tab-toets wordt gebruikt om door kolommen te navigeren of om tekst in te voegen met een gelijkwaardige afstand tussen de tekst.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit wat de Tab-toets is en hoe deze wordt gebruikt. Laat de studenten oefenen met het gebruik van de Tab-toets.
Gebruik van de spatiebalk
De spatiebalk wordt gebruikt om een ​​spatie tussen woorden in te voegen.

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit wat de spatiebalk is en hoe deze wordt gebruikt. Laat de studenten oefenen met het gebruik van de spatiebalk.
Gebruik van de Enter-toets
De Enter-toets wordt gebruikt om naar een nieuwe regel te gaan bij het typen van tekst.

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit wat de Enter-toets is en hoe deze wordt gebruikt. Laat de studenten oefenen met het gebruik van de Enter-toets.
Typen van zinnen
Typ:
Je voornaam en je achternaam
Je adres en woonplaats.
De naam van je docent.
De naam van de school.
Wil je gratis oefenen? 
https://overoefenen.nl/programmas/klik-en-tik-de-basis/

Slide 11 - Tekstslide

Laat de studenten oefenen met het typen van zinnen op het Qwerty-toetsenbord. Gebruik typetests om de snelheid en nauwkeurigheid van de studenten te meten.
Einde van de les
Aan het einde van de les hebben de studenten geleerd hoe ze met tien vingers het Qwerty-toetsenbord goed kunnen gebruiken, hoofd- en kleine letters kunnen typen, de Tab-toets kunnen gebruiken en juist gebruikmaken van de spatie- en Enter-toets.

Slide 12 - Tekstslide

Dit is de laatste slide van de les en geeft een samenvatting van wat de studenten hebben geleerd tijdens de les.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 15 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.