4B Schrijven - zakelijke e-mail

4B Schrijven  

Je boek ligt op je tafel.
Neem alvast bladzijde 20 voor je.

zakelijke e-mail
Lesdoelen: 
1. Je weet hoe je een zakelijke  e-mail moet schrijven.
2. Je kent de conventies van een zakelijke e-mail.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4B Schrijven  

Je boek ligt op je tafel.
Neem alvast bladzijde 20 voor je.

zakelijke e-mail
Lesdoelen: 
1. Je weet hoe je een zakelijke  e-mail moet schrijven.
2. Je kent de conventies van een zakelijke e-mail.

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Startopdracht
  • Herhaling zakelijke brief of e-mail schrijven
  • Aan de slag: opdracht 1 t/m 3 maken en bespreken
  • Gezamenlijk afsluiten


Slide 2 - Tekstslide

     Je schrijft een zakelijke brief of e-mail aan een bedrijf op de 
computer. Je mag kiezen uit de lettertypes en de lettergroottes hieronder.
Welk lettertype kies je?
Ik kies ..., omdat ...
Welke lettergrootte kies je?
Ik kies ..., omdat ...
Startopdracht
p. 20

Slide 3 - Tekstslide

Een zakelijke brief of e-mail schrijven
Voor berichten aan bedrijven, organisaties of mensen die je niet (goed) kent, schrijf je een zakelijke brief of een zakelijke e-mail. In beide teksten gebruik je beleefde taal. Een zakelijke brief heeft een andere vorm dan een zakelijke e-mail. Bekijk de voorbeelden in de Naslag.

Slide 4 - Tekstslide

Zo schrijf je de tekst van een zakelijke brief of zakelijke e-mail
Zet achter Betreft: (zakelijke brief) of achter Onderwerp (e-mail) kort en duidelijk waarover je bericht gaat.
indeling – Gebruik een witregel na de aanhef en voor je groet. Verdeel je tekst duidelijk in alinea’s. Gebruik hiervoor ook witregels.
aanhef – Gebruik altijd een beleefde aanhef, zoals Geachte heer of mevrouw,.
inleiding – Noem de aanleiding voor je bericht. Vertel waarom je schrijft en vertel als dat nodig is, ook wie je bent.
middenstuk – Stel hier je vragen of geef meer informatie. Als je een bijlage meestuurt, noem die dan ook in je tekst.
slot – Spreek een wens of verwachting uit, bijvoorbeeld: Alvast bedankt voor uw reactie.
groet – Sluit af met een beleefde groet. Schrijf je namens een groep, dan zet je dat eronder. Zet daaronder je voor- en achternaam. Bijvoorbeeld:
Met vriendelijke groet,
namens klas 4C
Dennis de Groot
Controleer je brief of e-mail op spel- en taalfouten.










Slide 5 - Tekstslide

Op blaldzijde 254 vind je dit voorbeeld van een zakelijke e-mail.

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag
Je maakt opdracht 1 t/m 3 (p. 21/22).
Je werkt zelfstandig en in stilte.

Slide 7 - Tekstslide

1. Horen de kenmerken hieronder bij een zakelijke e-mail, een zakelijke brief of bij beide? Kies het juiste antwoord.
Opdr. 1
p.21

Slide 8 - Tekstslide

1. Lees de drie situatiebeschrijvingen.
Vul voor elke situatie een goede aanhef in.
  • situatie A:
  • situatie A: Geachte heer (meneer) Bradson,
  • situatie B:
  • situatie B: Geachte heer (meneer) Van de Ven,
  • situatie C:
  • situatie C: Geachte heer, mevrouw,
Opdr. 2
p.21

Slide 9 - Tekstslide

2. Vul voor elke situatie in steekwoorden de 
aanleiding in voor het schrijven van de e-mail.
  • situatie A:
  • situatie A: vragen over wedstrijd
  • situatie B:
  • situatie B: openen afdeling Zorg en Welzijn
  • situatie C:
  • situatie C: problemen laptop / geen contact helpdesk
Opdr. 2
p.21

Slide 10 - Tekstslide


3. Bij welke situatie(s) schrijf je de mail namens een groep?
Opdr. 2
p.21
A
situatie A
B
situatie B
C
situatie C

Slide 11 - Quizvraag

4. Kies een van de situaties en schrijf de inleiding. 
Schrijf ten minste drie zinnen.

Eigen antwoord, bijvoorbeeld:

Mijn naam is Willie Wommels en ik schrijf deze e-mail namens mijn klasgenoten. De afdeling Zorg en Welzijn van onze school is verbouwd en het is echt prachtig geworden. Binnenkort wordt de afdeling geopend en daarom wil ik u iets vragen.
Opdr. 2
p.21

Slide 12 - Tekstslide

Je opa heeft in zijn tuin verschillende fruitbomen staan. Nu wil hij nog graag een walnotenboom van ongeveer 15 jaar oud. Hij heeft jou gevraagd dat voor hem te regelen. Op internet heb je deze advertentie gevonden
  

Je reageert op de advertentie en schrijft een e-mail met de volgende vragen:

- Kan er nog over de prijs onderhandeld worden?
- Is het mogelijk om samen met mijn opa de boom eerst te bekijken?
- Hebben er al noten aan de boom gehangen?



Opdr. 3
p.22

Slide 13 - Tekstslide

  • 1. Wat zet je in de onderwerpregel?
  • Vragen walnotenboom
  • 2. Waar zet je de vragen?
  • Middenstuk
  • 3. Je wilt graag dat de eigenaar van Fruit&Fraai zo snel mogelijk telefonisch contact met jou opneemt. Waar schrijf je dat?
  • Slot

Opdr. 3
p.22

Slide 14 - Tekstslide

  • 4. Waar schrijf je je telefoonnummer?
  • Onder je naam
  • 5. Schrijf het slot van de e-mail. Zet daaronder de groet en de rest van de afsluiting.
  • Het zou fijn zijn als u mijn vragen snel wilt beantwoorden. Alvast bedankt voor de moeite.

  • Met vriendelijke groet,
  • Lars Bouwma

Opdr. 3
p.22

Slide 15 - Tekstslide

Een docent vertelt over de Horecava. Dat is een vakbeurs voor mensen die in een hotel, restaurant of café werken. Daar zou je graag naartoe willen, omdat je volgend schooljaar de opleiding Basiskok gaat volgen. In het weekend kun je niet naar de beurs. Daarom wil je aan de schoolleiding vrij vragen, zodat je op woensdag kunt gaan. Je belooft als bedankje een presentatie aan je klasgenoten te geven over jouw bezoek.
Je stuurt een zakelijke e-mail naar meneer Jorritsma, de directeur van jouw school.
Opdr. 4
p.23

Slide 16 - Tekstslide

1. Wat is de aanleiding voor het schrijven van
 je e-mail?
  • Je wilt een dag vrij om naar de Horecava te gaan.
Opdr. 4
p.23

Slide 17 - Tekstslide

2. Schrijf de inleiding van deze e-mail en vul de onderwerpregel in.
  • Aan: JJorritsma@bfw.nl
  • Onderwerp:
  • Onderwerp: vrij bezoek Horecava
  • Geachte heer Jorritsma,
  • Mijn naam is Max Lodewijs en ik zit in klas B4c. Ik schrijf deze mail, omdat ik graag een dag vrij wil hebben in verband met een bezoek aan de Horecava.
Opdr. 4
p.23

Slide 18 - Tekstslide

4. Vul in steekwoorden in welke informatie in
 het middenstuk moet staan.
  • Weekend kan niet, opleiding Basiskok, bedankje presentatie.
Opdr. 4
p.23

Slide 19 - Tekstslide

5. Noteer een reden waarom je in het weekend 
niet naar de beurs kunt.
  • Opa en oma zijn 50 jaar getrouwd.
Opdr. 4
p.23

Slide 20 - Tekstslide

6. Noteer een argument waarmee je meneer 
Jorritsma kunt overtuigen om jou vrij te geven.
  • Ik ga naar alle docenten van de vakken die ik mis, zodat ik het gemiste werk thuis kan maken.
Opdr. 4
p.23

Slide 21 - Tekstslide

7. Schrijf het middenstuk van de e-mail. 
Gebruik je antwoorden op vraag 4, 5 en 6.
  • Vorige week vertelde meneer De Vries tijdens de les over de vakbeurs Horecava. Het lijkt me ontzettend leuk en leerzaam om daarnaartoe te gaan. Zeker omdat ik volgend schooljaar de opleiding Basiskok ga doen. Helaas kan ik niet in het weekend naar de beurs, want mijn opa en oma zijn 50 jaar getrouwd. Ze geven zaterdag een feest in Duitsland en u begrijpt dat we niet ’s avonds teruggaan naar Nederland. Daarom wil ik graag een vrije dag voor een bezoek aan de beurs. Ik zal naar alle docenten gaan van de vakken die ik die dag mis, zodat ik het gemiste werk thuis kan maken. Ook geef ik als bedankje een presentatie aan mijn klasgenoten over mijn beursbezoek.
Opdr. 4
p.23

Slide 22 - Tekstslide

8. Controleer je antwoord op vraag 7 aan 
de hand van de volgende punten. 
In het middenstuk staat:
  • waarom je graag naar de Horecava wilt.
  • waarom je niet in het weekend naar de beurs kunt.
  • de vraag of je doordeweeks naar de beurs mag.
  • een argument om meneer Jorritsma over te halen.
  • wat je wilt doen als bedankje.
Opdr. 4
p.24

Slide 23 - Tekstslide


9. Wat moet je in het slot zetten?
A
de opleiding die je wilt gaan volgen
B
een wens en een bedankje
C
het onderwerp van je e-mail

Slide 24 - Quizvraag