=> Individueel goed, geleverd door de overheid, en/of
=> gemengde kenmerken rivaliteit/uitsluitbaarheid
Slide 26 - Tekstslide
Lesdoelen
'Tragedy of the commons'
Individuele & (quasi) collectieve goederen
Oplossingen
Slide 27 - Tekstslide
Aan de slag!
Maken 4.7 t/m 4.10
PO Wereldeconomie
Slide 28 - Tekstslide
Welkom!
Ben je klaar voor de les?
Slide 29 - Tekstslide
Lesdoelen
Externe effecten
Pigouviaanse belastingen
Stelling van Coase
Slide 30 - Tekstslide
Intro
Trailer 'Dark waters' & Artikel Chemour
Wat is hier het negatieve externe effect?
Zou hier een economische oplossing voor mogelijk zijn?
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Video
Slide 33 - Tekstslide
Externe effecten
Positieve of negatieve effecten van productie of consumptie voor de welvaart van anderen (=extern)
zonder dat hiervoor wordt betaald!
Positief: onderwijs, vaccins, zonnepanelen
Negatief: milieuvervuiling, geluidoverlast
Slide 34 - Tekstslide
Onder/overproductie
Te weinig (of geen) productie (=onderproductie) volgens een puur marktevenwicht
=>Onderwijs, zorg, (huur)huizen
Te veel productie (=overproductie) volgens een puur marktevenwicht
=>Vervuilende industrie, eindige grondstoffen
Slide 35 - Tekstslide
Internaliseren
Extern effect wordt opgenomen in de prijs
Pigouviaanse belasting of subsidie
Belasting/subsidie zo vaststellen dat de juiste productie ontstaat
Slide 36 - Tekstslide
Startpunt markt zonder externe effecten
De evenwichtsprijs komt tot stand
door Qa en Qv.
In dit voorbeeld:
Qv = -2P + 100
Qa = 5P – 50
Er ontstaat een evenwichtsprijs van € 21,43 en een evenwichtshoeveelheid van 57,14 mln. stuks.
Slide 37 - Tekstslide
Negatief extern effect
Negatief extern effect (maatschappelijke kosten) van de milieuvervuiling zijn € 10 per product.
De werkelijke kosten ligger hoger dan de productiekosten voor de aanbieder
Slide 38 - Tekstslide
Grafisch
Het rood gearceerde vlak geeft de totale omvang van het negatieve externe effect/maatschappelijk kosten weer.
Slide 39 - Tekstslide
Waarde negatief extern effect
Omdat er 57,14 mln. stuks verhandeld worden, die elk € 10 aan milieuvervuiling veroorzaken,
zijn de totale maatschappelijke kosten (waarde negatief extern effect) € 571,4 mln.
Slide 40 - Tekstslide
Heffing producent
Wanneer de overheid een heffing van € 10 in stelt, worden maatschappelijke kosten voortaan private kosten voor de producent.
Hij zal voortaan € 10 méér vragen dan zijn originele leveringsbereidheid. De aanbodlijn verschuift naar links/omhoog.
Slide 41 - Tekstslide
Nieuw marktevenwicht
De aanbodlijn veranderd daardoor in:
Qa = 5P – 100
Omdat het gedrag van de aanbieder verandert, verandert ook de evenwichtssituatie.
Voortaan is de markt in evenwicht bij een prijs van € 28,57 en een hoeveelheid van 42,86 mln. stuks.
Slide 42 - Tekstslide
Afname negatief extern effect
Omdat er minder producten worden geproduceerd, neemt het negatieve externe effect af. Deze afname wordt weergegeven met het groene vlak.
Er vindt nog steeds milieuvervuiling plaats ter waarde van het paarse vlak. Echter worden deze kosten nu betaald door de ‘markt’ en niet door de maatschappij.
Slide 43 - Tekstslide
PFAS
Trailer 'Dark waters' & Artikel Chemour
Is deze vorm van internaliseren een oplossing voor het PFASprobleem?
Slide 44 - Tekstslide
Casus (1)
Fabriek aan het water
Slide 45 - Tekstslide
Casus (2)
Visserij in hetzelfde water
Slide 46 - Tekstslide
Casus (3)
Fabriek loost afval in het water
=> besparing van 250.000 euro afvalverwerking
Visvangst lijdt onder de vervuiling
=> Schade van 500.000 euro aan de visvangst
Bedenk zelf: Wat zou een oplossing kunnen zijn?
Slide 47 - Tekstslide
Oplossing
Visserij betaalt de fabriek een bedrag tussen 250.000 en 500.000 euro om niet te vervuilen
Beide partijen profiteren en de partij die het meeste baat heeft bij deze uitkomst krijgt zijn zin
Overheid is hier niet nodig om dit af te dwingen
Slide 48 - Tekstslide
Stelling van Coase
(Eigendoms)rechten moeten duidelijk zijn
=> Heeft de fabriek het recht te vervuilen? Of heeft de visserij recht op een schone rivier? Bij onduidelijkheid kan niet goed worden onderhandeld.
De transactiekosten moeten laag zijn
=> Als het de visserij 300.000 euro kost (bijv. aan advocaten om het contract op te stellen), dan komen ze niet tot een oplossing.
Originele toekenning eigendomsrechten maaktvoor de uiteindelijke uitkomst van de situatie niet uit! => de partij met de hoogste waardering krijgt zijn zin