a Het is niet te geloven dat het verbieden van mobieltjes op school kan lukken.
b Het is ook niet goed voorstelbaar dat ouders zouden instemmen met een schoolverbod op de aanwezigheid van mobieltjes.
c Voor en na de les, in de pauze, tijdens de vele tussenuren, onder het zelfstandig werken in de mediatheek, desnoods in de kleedkamer van de gymzaal moet iedereen de vrijheid hebben om naar hartenlust te twitteren en Facebook bij te werken.
d De eerste twee argumenten (a en b) worden voldoende ondersteund; het derde (c) niet.
e Ja.