4V Beco BedrStar H2

Opgave 1.16
Bij de ez is de eigenaar ...(1) prive aansprakelijk
Bij de vof zijn de eigenaren ...(2) prive aansprakelijk
A
1 wel 2 wel
B
1 wel 2 niet
C
1 niet 2 wel
D
1 niet 2 niet
1 / 28
volgende
Slide 1: Quizvraag
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Opgave 1.16
Bij de ez is de eigenaar ...(1) prive aansprakelijk
Bij de vof zijn de eigenaren ...(2) prive aansprakelijk
A
1 wel 2 wel
B
1 wel 2 niet
C
1 niet 2 wel
D
1 niet 2 niet

Slide 1 - Quizvraag

Opgave 1.16
De vof heeft ...(1) mogelijkheden om te lenen dan de ez
De continuiteit bij een ez is ...(2) dan bij een vof
A
1 minder 2 slechter
B
1 minder 2 beter
C
1 meer 2 slechter
D
1 meer 2 beter

Slide 2 - Quizvraag

benodigdheden ijscokar

Slide 3 - Woordweb

Balans IJscokar

Slide 4 - Tekstslide

De linkerkant van de Balans gaat over..
A
Vermogen
B
Schulden
C
Bezittingen
D
Financiering

Slide 5 - Quizvraag

De linkerkant van de balans komt overeen met de ...
A
Investeringsbegroting
B
Resultatenbegroting
C
Financieringsbegroting
D
Liquiditeitsbegroting

Slide 6 - Quizvraag

De rechterkant van de Balans gaat over..
A
Vermogen
B
Schulden
C
Bezittingen
D
Financiering

Slide 7 - Quizvraag

De rechterkant van de balans komt overeen met de ...
A
Investeringsbegroting
B
Resultatenbegroting
C
Financieringsbegroting
D
Liquiditeitsbegroting

Slide 8 - Quizvraag

0

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide

BalanS
Een balans is een overzicht van de bezittingen, schulden en het eigen vermogen van een organisatie op een bepaald moment. De bezittingen (activa, debetzijde), staan links op de balans. Het vermogen (passiva, creditzijde), staan rechts op de balans. Aan het vermogen kun je zien hoe de bezittingen zijn gefinancierd: met het eigen vermogen en/of met vreemd vermogen.

Slide 11 - Tekstslide

THFC verkoopt voor € 20.000,- aan WHL. WHL zal de rekening over 2 maanden betalen.
WHL is een debiteur / crediteur van THFC
Voor WHL is de € 20.000,- een bezit / schuld

A
debiteur / bezit
B
debiteur / schuld
C
crediteur / bezit
D
crediteur / schuld

Slide 12 - Quizvraag

THFC verkoopt voor € 20.000,- aan WHL. WHL zal de rekening over 2 maanden betalen.
THFC is een debiteur / crediteur van WHL
Bij THFC staat de € 20.000,- links / rechts

A
debiteur / links
B
debiteur / rechts
C
crediteur / links
D
crediteur / rechts

Slide 13 - Quizvraag

timer
0:45
Liquide middelen
Eigen vermogen
Kort vreemd vermogen
Lang vreemd vermogen
Vaste activa
Vlottende activa

Slide 14 - Sleepvraag

Balans
De grens tussen vaste activa en vlottende activa ligt bij 1 jaar

Voorraden worden geacht binnen een jaar verkocht te zijn, dus vlottende activa

Debiteuren worden geacht binnen enkele maanden te betalen dus vlottende activa

Slide 15 - Tekstslide

Balans
Andere situaties waarbij er te vroeg of te laat betaald wordt

Een bedrijf heeft producten ingekocht en BTW betaald aan de leverancier. Deze BTW kan het bedrijf aan het einde van het kwartaal terugvorderen van de belastingdienst
Te ontvangen bedragen ( te vorderen BTW, onderdeel van vlottende activa )

Een bedrijf heeft de verzekeringspremie op 1 januari al voor een jaar  betaald
Vooruitbetaalde bedragen ( onderdeel vlottende activa )

Slide 16 - Tekstslide

Balans
De grens tussen lang vreemd vermogen en kort vreemd vermogen ligt bij 1 jaar

Crediteuren moeten binnen enkele maanden betaald worden,  dus kort vreemd vermogen
Het saldo rood staan bij de bank verandert dagelijks, dus rekening courantkrediet is kort vreemd vermogen

Slide 17 - Tekstslide

Balans
Andere situaties waarbij er te vroeg of te laat betaald wordt

Een bedrijf ontvangt BTW bij de verkoop van producten en moet deze aan het einde van het kwartaal aan de belastingdienst afdragen
Te betalen bedragen ( onderdeel van kort vreemd vermogen )

Een bedrijf verhuurt een gebouw en de huur wordt vooraf per kwartaal betaald
Vooruitontvangen bedragen ( onderdeel kort vreemd vermogen )

Slide 18 - Tekstslide

Leverancierskrediet <-----------------> Afnemerskrediet
Eerst goederen,                                              Eerst geld,  
       dan geld                                                       dan goederen     

Nog te betalen bedragen,                        Vooruitbetaalde bedragen
Nog te ontvangen bedragen,              Vooruitontvangen bedragen
      

Slide 19 - Tekstslide

Je bestelt online schoenen bij Zalando a € 100,-. Ze zullen over 2 dagen bezorgd worden. Er is sprake van leverancierskrediet / afnemerskrediet. Voor Zalando is deze € 100,- een activa / passiva
A
Leverancierskrediet Activa
B
Leverancierskrediet Passiva
C
Afnemerskrediet Activa
D
Afnemerskrediet Passiva

Slide 20 - Quizvraag

Een bedrijf betaalt op 31 december 2023 de brandverzekering voor 2024. Voor het bedrijf is er sprake van Nog te betalen bedragen / Vooruitbetaalde bedragen. Deze post staat Links / Rechts op de balans
A
Nog te betalen Links
B
Nog te betalen Rechts
C
Vooruitbetaalde Links
D
Vooruitbetaalde Rechts

Slide 21 - Quizvraag

Een bedrijf verhuurt opslagboxen. De klanten betalen de huur van het 2e kwartaal op 31 maart. Voor het bedrijf is er sprake van Nog te ontvangen bedragen / Vooruitontvangen bedragen. Voor het bedrijf is er nu sprake van een Bezit / Schuld.
A
Nog te ontvangen Bezit
B
Nog te ontvangen Schuld
C
Vooruitontvangen Bezit
D
Vooruitontvangen Schuld

Slide 22 - Quizvraag

Transitorische posten

Aan de debetzijde:
- Nog te ontvangen bedragen
- Vooruitbetaalde bedragen

recht om het bedrag nog te ontvangen of de dienst / het product nog te krijgen ( 'bezit' )
Transitorische posten

Aan de creditzijde:
- Nog te betalen bedragen
- Vooruitontvangen bedragen

plicht om het bedrag nog te betalen of de dienst nog te leveren ( 'schuld' )

Slide 23 - Tekstslide

Liquide middelen
Vaste activa
Vlottende activa
Eigen vermogen
Kort vreemd vermogen
Lang vreemd vermogen
Gebouw
Bedrijfsterrein
Rabobank rekening
Kas
Debiteuren
Aandelen
Lening (5 jaar)
Hypothecaire lening
Crediteuren
Lening (<1 jaar)

Slide 24 - Sleepvraag

Onder welke categorie valt een bedrijfsauto?
A
Liquide middelen
B
Eigen vermogen
C
Vlottende activa
D
Vaste activa

Slide 25 - Quizvraag

Onder welke categorie vallen de auto's in de showroom van een autodealer?
A
Liquide middelen
B
Eigen vermogen
C
Vlottende activa
D
Vaste activa

Slide 26 - Quizvraag

Wat is de beste omschrijving van vlottende activa?
A
Activa die langer dan één periode of jaar meegaan
B
Activa die minder dan één periode of jaar meegaan
C
Activa die precies één periode of jaar meegaan
D
Activa die één periode meegaat

Slide 27 - Quizvraag

Hw. 
Opgaven 2.4 en 2.10

Slide 28 - Tekstslide