Spelling hoofdstuk 2 hoofdletters, punt, vraagteken, uitroepteken

De pv?
Hoeveel kilo kruidnoten bakken de bakkers in het totaal in 2021?
A
hoeveel
B
kilo
C
kruidnoten
D
bakken
1 / 10
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De pv?
Hoeveel kilo kruidnoten bakken de bakkers in het totaal in 2021?
A
hoeveel
B
kilo
C
kruidnoten
D
bakken

Slide 1 - Quizvraag

(even herhalen) - de pv?
Waar krijg je een medaille opgespeld?

A
waar
B
opgespeld
C
medaille
D
krijg

Slide 2 - Quizvraag

Spelling hoofdstuk 1 (blz. 32)
- Aan het einde van de les weet je wanneer je een hoofdletter moet schrijven
- Aan het einde van de les weet je wanner je welke leestekens moet gebruiken. (punt, vraagteken en uitroepteken)

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn de spellingsfouten in deze zin:
mark heeft mijn fiets ingepakt

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een hoofdletter?

Slide 6 - Woordweb

Hoofdletter
- Begin van de zin
- Bij namen
- Bij woorden die van namen zijn afgeleid: Duits, Amsterdams, Noord-Hollands (maar het noorden van Nederland)

Wanneer niet?: maanden, dagen, seizoenen

Slide 7 - Tekstslide

Leestekens
Punt: aan het einde van de zin.
Vraagteken: aan het einde van een vraagzin.
Uitroepteken: de zin krijgt extra nadruk.

Slide 8 - Tekstslide

Vul een zin in waar een uitroepteken achter hoort:

Slide 9 - Open vraag

Lesdoelen
- Aan het einde van de les weet je wanneer je een hoofdletter moet schrijven
- Aan het einde van de les weet je wanner je welke leestekens moet gebruiken. (punt, vraagteken en uitroepteken)

Slide 10 - Tekstslide