Les 10 online
1 / 17
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Spelling is belangrijk in een informatief artikel in een tijdschrift.
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarom is spelling belangrijk? Waarom zou het belangrijk kunnen zijn?
Slide 6 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
We gaan een advertentie schrijven. Wat is het doel van de tekst?
A
De lezer amuseren.
B
De lezer iets leren of uitleggen.
C
De lezer informeren/informatie geven.
D
De lezer iets laten doen.
Slide 9 - Quizvraag
iets leren of uitleggen = recept/gebruiksaanwijzing
informeren = krantenbericht, verslag
Voor welk product maak jij een advertentie? Bedenk zelf iets of zoek een bestaand product.
Let op: het moet bij je thema passen!
Let op: het moet bij je thema passen!
Slide 10 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe noem je je product? Bedenk een naam.
Slide 11 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Bedenk een goede slogan (= een reclamezin) bij het product.
Voorbeelden: ‘Er gaat niets boven Groningen’ ‘…………….Steeds verrassend, altijd voordelig’ ‘……………….geeft je vleugels’.
Voorbeelden: ‘Er gaat niets boven Groningen’ ‘…………….Steeds verrassend, altijd voordelig’ ‘……………….geeft je vleugels’.
Slide 12 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Ik weet wat ik deze week en volgende week moet doen voor Nederlands.
A
Ja, duidelijk!
B
Een beetje
C
Nee
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
