palliatieve zorg

Wat is palliatieve zorg?
A
Kwantitatief goede zorg
B
Zorg door verschillende medici
C
Zorg die niet tot doel heeft te genezen maar zorg met goede kwaliteit
D
Zorg met doel genezen en met oog op goede kwaliteit
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Wat is palliatieve zorg?
A
Kwantitatief goede zorg
B
Zorg door verschillende medici
C
Zorg die niet tot doel heeft te genezen maar zorg met goede kwaliteit
D
Zorg met doel genezen en met oog op goede kwaliteit

Slide 1 - Quizvraag

Bij symptoom gerichte palliatie is het doel:
A
De ziekte optimaal tegen te werken
B
de patiënt zo klachtenvrij mogelijk te houden.

Slide 2 - Quizvraag

Palliatieve zorg bestaat uit 4 verschillende fasen.

In de symptoomgerichte palliatie wordt de ziekte behandeld zonder dat er genezing mogelijk is.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Het ziekteverloop in de palliatieve zorg bij iemand met hartfalen is:
A
Korte periode van plotseling snelle achteruitgang
B
Geleidelijke achteruitgang met tussentijdse ernstige episodes
C
Langdurig geleidelijke achteruitgang

Slide 4 - Quizvraag

het ziekteverloop in de palliatieve zorg bij iemand met dementie is:
A
korte periode van plotseling snelle achteruitgang
B
geleidelijke achteruitgang met tussentijdse ernstige episodes
C
langdurig geleidelijke achteruitgang

Slide 5 - Quizvraag

Palliatieve zorg is
A
het bieden van kwaliteit van leven
B
het bieden van curatieve behandeling

Slide 6 - Quizvraag

Palliatieve zorg, aan welke patiëntengroep denk je als eerste?
A
Oncologische patiënten
B
Hoogbejaarde patiënten
C
Patiënt met COPD of hartfalen
D
Patiënt met dementie

Slide 7 - Quizvraag

De richtlijnen rondom de palliatieve zorg zijn landelijk vastgesteld.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

op welke plekken kan palliatieve zorg gegeven worden
A
verpleeghuis
B
ggz/ghz
C
ziekenhuis
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 9 - Quizvraag

Palliatieve zorg is multi dimensionale zorg
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Wanneer begint palliatieve zorg?
A
Als de zorgvrager ondraaglijk en uitzichtloos aan het lijden is
B
Als de zorgvrager niet meer genezen kan worden en je denkt dat de zorgvrager binnen een jaar overlijdt.
C
Als de zorgvrager veel pijn heeft en binnen 3 maanden komt te overlijden
D
Wanneer de zorgvrager geen zin meer in het leven heeft.

Slide 11 - Quizvraag

Binnen de palliatieve zorg zal er nooit een Hypodermoclyse worden gegeven?

A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Palliatieve zorg...
A
wordt alleen geboden in de thuiszorg
B
is gericht op genezing
C
is de laatste 3 maanden van je leven
D
is zorg als je niet meer beter wordt

Slide 13 - Quizvraag

Einde opfrissing en ook einde van de les vandaag!

Slide 14 - Tekstslide