lundi 7 décembre - H3a

Le lundi 7 décembre
in deze dia's ga je zelfstandig aan de slag totdat de hele groep klaar is met de herkansing van de SO.

Voor vandaag moest je grammaire I + vocabulaire H. Je gaat ten eerste daarmee oefenen. Pak een blaadje / je schrift.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Le lundi 7 décembre
in deze dia's ga je zelfstandig aan de slag totdat de hele groep klaar is met de herkansing van de SO.

Voor vandaag moest je grammaire I + vocabulaire H. Je gaat ten eerste daarmee oefenen. Pak een blaadje / je schrift.

Slide 1 - Tekstslide

Traduis ces phrases dans l'autre langue.
geen hulpmiddel + geen overleg toegestaan tot nu toe. 5 minuten maximaal. Noteer alles wat je nog weet. 
  1. il faut protéger la forêt.
  2.  je suis né aux Pays-Bas.
  3. il y a beaucoup de personnes pauvres dans le monde.
  4. Deze broek is prachtig! Ik neem hem.
  5. (De) sieraden zijn verboden op school.

Slide 2 - Tekstslide

Nu mag je jouw zinnen verbeteren door middel van jouw werkboek (p.84)


Nog steeds in stilte en zonder overleg.
Typ in de volgende dia's jouw verbeterde vertalingen in van de zinnen. (1 zin per dia)

Slide 3 - Tekstslide

1) il faut protéger la forêt.

Slide 4 - Open vraag

2) je suis né aux Pays-Bas.

Slide 5 - Open vraag

3) il y a beaucoup de personnes pauvres dans le monde.

Slide 6 - Open vraag

4) Deze broek is prachtig! Ik neem hem.

Slide 7 - Open vraag

5) (De) sieraden zijn verboden op school.

Slide 8 - Open vraag

bron I:
welke vorm is juist van aller in de passé composé?
A
J'ai allé
B
Je suis allé
C
Je vais aller
D
Je allé

Slide 9 - Quizvraag

Met welk hulpwerkwoord in de passé composé kan er een extra -e of -s komen aan het eind van het voltooid deelwoord?
A
être
B
avoir

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord in:

"Nous avons acheté un cadeau" ?
A
nous
B
avons
C
acheté
D
un cadeau

Slide 11 - Quizvraag

Ter herinnering
De passé composé (v.t.t.) maakt je met :
onderwerp + hulpww avoir OF être (= pv) + voltooid deelwoord

Nous          /          avons         /         acheté            /          un cadeau.
ond. "nous" /  pv van avoir  / voltooid deelwoord  /  lijdend vw

Slide 12 - Tekstslide

Is deze vorm correct?

Elle est parti.
A
Nee
B
Ja

Slide 13 - Quizvraag

Uitleg
het onderwerp is vrouwelijk (Elle) en het werkwoord partir  (vertrekken) werkt met être in de passé composé  (zoals in het NL). 
Daarom moet er een extra -e aan het eind van het voltooid deelwoord "parti". 
= Elle est partie.

Slide 14 - Tekstslide

Pak nu je oortjes en luister naar de uitspraak van de phrases-clés J (tb p.31).

Maak bron J, ex 33 + ex 35

Slide 15 - Tekstslide

Les devoirs pour le mercredi 9 décembre:
Apprendre: vocabulaire EFH + grammaire I. 
Faire: ex 35

Slide 16 - Tekstslide