3M week 46 les drie

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

What are we going to do today?
- Who is here?
- Studying/reading
- Recap!
- Homework check
- Adverbs and adjectives
- Exercises
- End of lesson

Slide 2 - Tekstslide

Write me words!
A E T R
K P L O
I M S N
H U D F

Slide 3 - Tekstslide

timer
10:00
Study CH3: words under G and stone 2

Slide 4 - Tekstslide

What did we do the previous lesson?

Slide 5 - Tekstslide

-> Prepositions of time and place
-> Opdrachten


Slide 6 - Tekstslide

Voor vandaag neem je het verhaal mee over de uitvinding die jij bedacht hebt. Hierin moet je de volgende punten verwerken:



Noem de naam van het product
Wat is de uitvinding?
Hoe werkt de uitvinding?
Voor wie is de uitvinding?
Wie heeft de uitvinding ontworpen?
Wie heeft de uitvinding geproduceerd?


Use 150 (minimaal) -200 (minimaal) words!

Gebruik Stone 6 (pagina 160) bij het maken van het verhaal

Slide 7 - Tekstslide

Let's talk about prepositions again!

Slide 8 - Tekstslide

Prepositions of time and place
1. Wat zijn de drie prepositions waar we het over hebben?
2. Hoe gebruik ik ze als voorzetsel van tijd?
3. Hoe gebruik ik ze als voorzetsels van plek?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Please go to page one hundred and sixty-five!

Slide 11 - Tekstslide

Adverbs and adjectives

Slide 12 - Tekstslide

Adjectives (= bijvoeglijk naamwoord)
Een adjective zegt iets over een zelfstandig naamwoord. Het woord staat ook vaak vóór het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort. 

This is a great song.
That woman is a lovely person.
I am driving a red car.

Slide 13 - Tekstslide

Adverbs (= bijwoorden)
Een adverb zegt iets over een werkwoord. De adverb staat dan vaak na het hoofdwerkwoord in de zin:
The band plays beautifully
She always speaks honestly


Slide 14 - Tekstslide

Adverbs (= bijwoorden)
Om een adverb te vormen, voeg je +ly toe aan een bijvoeglijk naamwoord:

Honest - honestly
Brave - bravely


Slide 15 - Tekstslide

Adverbs (= bijwoorden)
LET OP!
1. Staat er een -y aan het eind? Dan +ily
Happy - Happily
2. Staat er -ic aan het eind? Dan +ally
Basic - basically
3. Sommige woorden zijn irregular, en behouden hun vorm (fast, long, low)

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Work!
Do exercise 50 and the worksheet I gave you

Done?
Study the stones
Read

timer
1:00

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Goodbye!
Homework next time:

- Exercise 50 and the sheet about the adverbs and adjectives

Slide 22 - Tekstslide