GH3 NK Kapitel 1 E

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Willkommen Havo 3

Woche 5 - Stunde 1

Grammatik

Check-in

1. Ga op je plaats zitten.
2. Leg je spullen op tafel.
3. Pak je mobiel in het zakkie en doe het in je rugzak/tas.
4. Wacht rustig tot de les begint.

Heute

Am Ende dieser Stunde ...

• ... kan ik de werkwoorden 'sein' en 'haben' in de verleden tijd gebruiken.
• ... kan ik het werkwoord 'werden' in de tegenwoordige tijd gebruiken.

Agenda

1. Terugblik PTO 2
2. Profielboekjes (gestuurd via Magister)
3. Profielkeuzeformulier invullen 

Hausaufgabenkontrolle: Aufgabe 7, Seite 18 (H3 du1)

Agenda

1. Terugblik PTO 2
2. Profielboekjes (gestuurd via Magister)
3. Profielkeuzeformulier invullen 

Hausaufgabenkontrolle: Aufgabe 8, Seite 18 (H3 du1)

Agenda

1. Terugblik PTO 2
2. Profielboekjes (gestuurd via Magister)
3. Profielkeuzeformulier invullen 

Hausaufgabenkontrolle: Aufgabe 9, Seite 19 (H3 du1)

Agenda

1. Terugblik PTO 2
2. Profielboekjes (gestuurd via Magister)
3. Profielkeuzeformulier invullen 

Hausaufgabenkontrolle: Aufgabe 11+13, Seite 23/24 (H3 du2)

Profielkeuzeformulier

Wiederholung: Wortschatz

in september

het meer

de plaats

de regen

de sneeuw

het verkeer

het weer

de zee

• im September
• der See
• der Ort
• der Regen
• der Schnee
• der Verkehr
• das Wetter
• das Meer

Schreibe in deine JDW-Mappe die deutsche Übersetzung der Wörter.

And now... und jetzt...

...the past tense

... die Vergangenheit

Het werkwoord 'haben' en 'sein' (verleden tijd), Seite 27

Agenda

1. Terugblik PTO 2
2. Profielboekjes (gestuurd via Magister)
3. Profielkeuzeformulier invullen 

An die Arbeit!

1. Werk alleen of in tweetallen.
2. Maak de volgende drie opdrachten:

• Aufgabe 17, Seite 27
• Aufgabe 18, Seite 28
• Aufgabe 19, Seite 29

3. Ik kom langs en help jullie.

Agenda

1. Terugblik PTO 2
2. Profielboekjes (gestuurd via Magister)
3. Profielkeuzeformulier invullen 

Lösung: Aufgaben 17, 18 en 19 (Seite 27-29)

Aufgabe 17

1. war
2. waren
3. hattet
4. war
5. waren
6. hatte
7. waren
8. warst
9. war
10. war
11. hatten
12. hattest

Aufgabe 18

1. war
2. wart
3. war
4. waren
5. hatten
6. war
7. waren
8. hattest
9. warst
10. war
11. hatte
12. war
13. war
14. waren

Aufgabe 19

1. Hattet
2. waren
3. war
4. hatte
5. Hattest
6. war
7. hatte
8. warst

And now... und jetzt...

... het werkwoord 'werden'

(tegenwoordige tijd)

Het werkwoord 'werden' (tegenwoordige tijd), Seite 29

Agenda

1. Terugblik PTO 2
2. Profielboekjes (gestuurd via Magister)
3. Profielkeuzeformulier invullen 

An die Arbeit!

1. Werk alleen of in tweetallen.
2. Maak de volgende twee opdrachten:

• Aufgabe 21, Seite 30
• Aufgabe 22, Seite 30

3. Ik kom langs en help jullie.

Agenda

1. Terugblik PTO 2
2. Profielboekjes (gestuurd via Magister)
3. Profielkeuzeformulier invullen 

Lösung: Aufgaben 21 + 22 (Seite 30)

Aufgabe 21

1. werde
   
2. wird
   
3. werden
   
4. werden/ wird
   
5. werdet
   
6. geworden
   
7. wirst

Aufgabe 22

1. wird
   
2. wird
   
3. geworden
   
4. wirst
   
5. wird
   
6. werdet
   
7. werde
   
8. wird

quizlet.com

Hausaufgaben

Machen:

/ 

Lernen:

 - Lernliste N-D, Seite 48 (t/m 'wärmer')