9.4 Ziek
1 / 24
Lesduur is: 80 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Waar hebben we het dinsdag over gehad?
Slide 2 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3400707/
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Beschrijf het belang van bruiner worden in de zomer?
Slide 6 - Open vraag
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3400707/
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Waarom vinden wij poep vies?
Slide 11 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Noem twee begrippen waarmee wij aangeven, dat ziekteverwekkers het lichaam in zijn gekomen.
Slide 12 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een ziekteverwekker en noem een ziekteverwekker
(mag meer dan 1)
(mag meer dan 1)
Slide 13 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Waarom kan je tegen een virus geen medicijnen nemen dat je geneest van het virus?
A
Virus is te klein.
B
Virus is geen organisme.
C
Virussen zijn met te veel.
D
Virus heeft een complexe bouw.
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk kenmerk van een virus of een bacterie klopt niet?
A
een bacterie is een levende cel
B
een virus is DNA in een beschermjasje
C
Een virus kan niet zelfstandig leven
D
Een virus kan zich delen
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 19 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 21 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Antistof en Antigen. Wat is waar?
A
Antigenen zitten aan de buitenkant van cellen
B
Een antistof past op meerdere antigenen.
C
Antigenen zitten aan de binnenkant van cellen
D
Antigenen zijn altijd lichaamsvreem
Slide 23 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat heb jij onthouden?
Slide 24 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
