In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Workshop klimaten - 1 accent
Slide 2 - Tekstslide
Indeling workshop
Weer en klimaat
Klimaatgrafieken
Soorten klimaten
Verschillen in neerslag
Verschillen in temperatuur
Slide 3 - Tekstslide
Wat bedoelen we met het begrip 'weer'?
Slide 4 - Open vraag
Het weer is de toestand van de atmosfeer op een bepaald moment.
Slide 5 - Tekstslide
Bepaalde temperatuur
(warm/koud)
Bepaalde neerslag
(droog/nat)
Slide 6 - Tekstslide
Verschil weer en klimaat
Het weer is de toestand van de atmosfeer op een bepaald moment.
Weer is erg lokaal (bepaalde plek)
Altijd een combinatie van temperatuur en neerslag.
Deze gegevens zijn meetbaar.
Klimaat is het gemiddelde weer over een periode van 30 jaar in een groot gebied!
Dit is dus niet te meten maar moet worden berekend.
Klimaten veranderen langzaam, één dag extreem weer is dus geen klimaatverandering.
Klimaat kan worden weergegeven in een klimaatgrafiek.
Slide 7 - Tekstslide
Klimaatgrafiek
Klimaat is af te lezen.
Wat zeg je over de temperatuur?
Wat zeg je over de neerslag?
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Woordweb
Slide 10 - Woordweb
Slide 11 - Woordweb
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Klimaatgebieden
Op aarde komen verschillende klimaten voor.
Van de 9 klimaten moet je de belangrijkste kenmerken weten (zie reader).
Je moet een klimaat herkennen aan een klimaatgrafiek
Slide 14 - Tekstslide
Wat beïnvloed de hoeveelheid neerslag in een gebied?
Slide 15 - Woordweb
Slide 16 - Tekstslide
Waterkringloop
Zon warmt het water op en water verdampt.
Waterdamp stijgt op. Als het opstijgt koelt het af.
Koude druppels condenseren tot wolken.
Druppels worden te zwaar en vallen naar beneden.
OF
5. De wind blaast de wolk boven land, waarna hij leeg regent. Dit is de lange waterkringloop.
Slide 17 - Tekstslide
Wat beïnvloed de temperatuur in een gebied?
Slide 18 - Woordweb
Gebieden rond de evenaar liggen dichter bij de zon.
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Invloed op temperatuurverschillen
Het aardoppervlak wordt opgewarmd door de zon.
Hoe dichter het oppervlak bij de zon ligt, hoe warmer het kan worden.
Doordat de aarde rond is verschilt de invalshoek van de zon. Hierdoor wordt de bundel zonnestralen uitgesmeerd over een groter oppervlak als je meer richting de polen gaat (hoge breedte).
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Invloed op temperatuurverschillen
Door de scheve stand van de aardas hebben we seizoenen.
Hoe verder van de evenaar, hoe groter het verschil in hoeveelheid daglicht gedurende een jaar.
Op de evenaar zijn nauwelijks seizoenen.
Seizoenen zijn zichtbaar in temperatuur én in neerslag.