les 2 Zwangerschapscomplicaties
1 / 46
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Bij de bevalling vindt er ontsluiting plaats. Wat gebeurt er tijdens de ontsluiting?
A
Hierbij gaat de baarmoedermond open
B
Hierbij wordt de moederkoek naar buiten geduwd
C
Hierbij wordt het kind naar buiten geduwd
Slide 2 - Quizvraag
Tijdens de bevalling wordt de onderkant van de baarmoeder wijder. Dit heet ..........
A
bevrucht
B
embryo
C
persweeën
D
ontsluiting
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Vanaf welk geboortegewicht is sprake van macrosomie?
A
3500 gram
B
4200 gram
C
4500 gram
D
5000 gram
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Wanneer spreek je van zwangerschapshypertensie?
A
Diastolische bloeddruk > 80mmHg en systolische bloeddruk > 120 mmHg
B
Diastolische bloeddruk > 90 mmHg en systolische bloeddruk > 120 mmHg
C
Diastolische bloeddruk > 90 mmHg en systolische bloeddruk > 140 mmHg
D
Diastolische bloeddruk > 100 mmHg en systolische bloeddruk > 140 mmHg
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Hoe vaak moet de tensie gemeten worden bij pre-eclampsie?
A
1 x per dag
B
2 x per dag
C
3 x per dag
D
4 x per dag
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Wanneer spreek je van pre-eclampsie?
A
Als er zwangerschaps hypertensie bestaat
B
Als er hypertensie bestaat en er is sprake van proteinurie
C
Als er zwangerschaps
hypertensie bestaat en epileptische aanvallen
D
Als er sprake is van het HELPP-syndroom
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Waar staan de letters HELLP voor?
Slide 17 - Open vraag
Welke aandoening hoort niet bij zwangerschapsvergiftiging?
A
Pre-eclampsie
B
Eclampsie
C
HELLP-syndroom
D
Diabetes
Slide 18 - Quizvraag
Met welke medicatie worden insulten voorkomen bij het HELLP-syndroom?
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Wat is meconium?
Slide 32 - Open vraag
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Video
Slide 37 - Tekstslide
Op welk punt wordt NIET gelet bij de Apgar-score?
A
Ademhaling
B
Gewicht en lengte
C
Spierspanning
D
Kleur
Slide 38 - Quizvraag
Welke apgar score kun je geven aan een baby die helemaal blauw is?
A
1
B
2
C
0
D
4
Slide 39 - Quizvraag
Slide 40 - Tekstslide
Wat is het gevaar van de stuitligging?
A
Het maakt niet uit hoe het kindje ligt.
B
Het is niet te beoordelen of het hoofdje door de bekkenbodem past.
C
Het kindje heeft meer kans op gebroken ledematen
D
Moeder heeft meer kans op verwondingen
Slide 41 - Quizvraag
Welke ligging zie je hier?
A
onvolkomen stuitligging
B
volkomen stuitligging
C
half onvolkomen stuitligging
D
voetligging
Slide 42 - Quizvraag
Slide 43 - Tekstslide
Slide 44 - Tekstslide
Slide 45 - Tekstslide
wat is actieve instabiliteit?
