Een gouden vogel, een zingende vis
Een blond-gelokt en pratend paardje
Een paddenstoel, die sneeuwen kan
Een arresleetje voor Jeroen
Een vliegend kleedje, een groote bloem,
Die nooit verwelkt, een hoge spiegel
Waarin je een oude tuin kunt zien…
Dat zijn de dingen die ’k Paulien
Zoo graag zou geven. Wonderdingen,
Waarvan ze lachen gaat en zingen
Maar ik geef een ketting – niet zoo mooi
(en schoonheid vraagt niet eens om fooi)
En een klein bundeltje van Vroman
Die zelf een wonder is, een ‘zoo’-man
M. Vasalis