Eva is weg

• Nt2
• Hoger onderwijs

Boos

'Ik haat je.'

Eva roept het hard.

Mama Fran schrikt.

Waarom is Eva zo boos?

'Ik wil dit niet eten.'

Ik lust geen worst.

Dat weet je best.

Eva is boos

Eva staat op.

Ze loopt boos weg.

Ze slaat met de deur.

Fran zit nu alleen in de keuken.

Fran opent de deur van Eva's kamer.

Eva ligt op bed.  Ze huilt.

'Wat is er toch?' vraagt Fran.

Eva kijkt haar mama aan.

                     'Ga weg!' roept ze.                   

'Laat me met rust.

Je snapt er toch niks van.'

Eva is nog maar negen jaar.

Ze praat al als een tiener.

Fran doet wat Eva vraagt.

Ze gaat even weg.

Eva heeft verdriet.

Ze mist haar papa.

Die vertrok twee jaar geleden.

Eva en Fran horen niks meer van hem.

Eva mist haar papa.

Fran doet wat Eva vraagt.

Ze gaat even weg.

Ze begrijpt haar dochter. 

Eva heeft verdriet.

Ze mist haar papa. 

Die vertrok twee jaar geleden.

Eva en Fran horen niks meer van hem. 

Fran neemt een koffie. Ze huilt. 

Ze wil het beste voor haar dochter. 

Dat is nu moeilijk. Fran werkt hard. 

Fran werkt hard, 

maar ze verdient heel weinig. 

Net genoeg voor de huur. 

En voor eten. Kleren koopt 

ze tweedehands. 

Eva wil graag nieuwe spullen.

Net als haar vriendjes op school.

Fran begrijpt dat wel.

Fran denkt na.

Hoe kan ze Eva helpen?

Plots hoort ze een knal.

Dat was de voordeur.

Was dat Eva?

Sloeg ze de deur dicht?

Eva is niet in haar kamer.

'Eva! Waar ben je ?'

Geen antwoord.

Fran kijkt overal.

Ze vindt haar dochter niet.

Eva is weg. Fran loopt naar buiten. 

Ze kijkt rond. 

Ze ziet Eva niet. 

Waar is ze?

Fran loopt door de straten.

'

Ze vindt haar dochter nergens.

Na een uur gaat Fran naar huis. 

Ze is in paniek. 

Ze belt de politie.

"Help me!

Mijn dochter is weg!"

'Rustig maar', zegt de agent.

'We komen meteen.'

De agent ziet haar paniek. 

'Vertel eens', zegt de agent.

'Wat is er gebeurd?'

Fran vertelt. 

De agent luistert.

'Maak u geen zorgen', zegt de agent. 

'Ik laat alle agenten naar Eva zoeken.'

We vinden haar wel.

'Heeft u een foto van Eva?'

Fran neemt een foto van de kast. 

Ze geeft hem aan de agent.

Plots gaat de bel.

Er staat een man aan de deur. 

'Ik ben Ben', zegt de man. 

'Ik ben uw nieuwe buurman. 

Er staat een auto van de politie 

voor de deur.

"Is alles goed met u?"

'Nee', zegt Fran. '

'Mijn dochter is weg.'

De agent vertrekt.

"We zullen Eva vinden", zegt hij. 

Ben wil Fran troosten. 

Hij legt zijn hand op haar schouder. 

De politie zoekt Eva. 

Alles komt goed.

Ik zal ook zoeken.

'Dank je', zegt Fran.

'Ik ga mee.' 

Ben en Fran gaan samen op pad.

'Waar kan Eva toch zijn?' 

Eva is nu bijna twee uur weg. 

Fran maakt zich veel zorgen.

Ze huilt weer.

Tranen lopen over haar wangen.

'Waarom liep Eva weg?' 

vraagt Ben plots. 

'Ze is boos op mij', zegt Fran. 

'Ze vindt me geen goede mama.' 

Ben zwijgt. Hij luistert.

'Ik kan haar niet geven wat ze wil. 

Ik heb niet veel geld.

Eva begrijpt dat niet.

Dat doet pijn.'

Ben heeft een voorstel.

'We gaan elk een kant op', zegt hij. 'Dan komen we op meer plaatsen. 

'Dat is goed', zegt Fran.

'Ik wil Eva snel vinden.'

Ben en Fran stappen snel door.

Ben komt langs een park. 

Hij heeft een idee.

Zit Eva in de speeltuin?

Dat kan.

Ben gaat naar de speeltuin. 

Hij ziet een meisje. 

Ze zit op de schommel.

'Heet jij Eva?' vraagt Ben.

'Ja, hoe weet jij dat?'

'Ik ben je buurman.'

Veel mensen zijn op zoek naar jou.

Jouw mama mist je heel erg.

'Weet je dat?'

Eva kijkt Ben aan.

'Ik geloof je niet!'

Eva kijkt boos naar Ben.

'Toch is het zo', zegt Ben.

'Ga je met me mee?

Dan gaan we naar je mama.

Je zal wel zien.'

Eva wil niet mee.

Ze is een beetje bang.

'Ik liep weg. 

Is mama nu boos?'

'Nee, hoor', zegt Ben.

'Ze zal heel blij zijn je te zien.'

Ben belt Fran.

'Kom naar het park. 

Eva is hier.'

Fran komt aan bij het park.

'Eva! Meisje toch.

Waarom liep je weg?

Ik maakte me zoveel zorgen.'

Fran huilt.

Ze pakt Eva stevig vast.

Eva huilt ook.

'Het spijt me', zegt Eva.

'Mij ook', zegt Fran.

Het is avond.

Ben is bij Fran en Eva thuis. 

Eva slaapt al.

Ben en Fran zitten in de zetel. 

Ben kijkt Fran in de ogen. 

'Je hebt een erg lieve dochter. 

En jij bent de beste mama die er is.'

1. Begrijp je het verhaal?

* Ja

* Nee

* Een beetje

2. Wat gebeurt er in het verhaal?

Beschrijf - kort :

..............................................................................................................

..............................................................................................................

..............................................................................................................

3. Wie zijn de belangrijkste personages in het verhaal?

.........................................................................................................................

..........................................................................................................................

...........................................................................................................................

4. Welke personages zijn minder belangrijk, secundair?

................................................................................................................

................................................................................................................

................................................................................................................

5. Wat is het thema van het verhaal?

Vertel en schrijf:

....................................................................................................................................

...................................................................................................................................

....................................................................................................................................

Zoek in de tekst van Eva drie woorden met:

aa - ee - ie - oo - uu

aa: ..................................................................................................................

ee: ...................................................................................................................

ie: ....................................................................................................................

oo: ..................................................................................................................

uu: ..................................................................................................................

Zoek in de tekst van Eva drie woorden met:

ij - ui - eu - ou - oe

ij: ..................................................................................................................

ui: ...................................................................................................................

eu: ..................................................................................................................

ou: ..................................................................................................................

oe: ..................................................................................................................

Zoek drie woorden die niet goed begrijpt?

1. ........................................................................

2. .......................................................................

3. ........................................................................