2F - 10-11-2023 - Unit 3 - les 27

Engels
Welcome 2F
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Engels
Welcome 2F

Slide 1 - Tekstslide

Unit 3 - Money
Lesson 27
- Lesson Goals
- Grammar: recap to be going to
- Grammar: will + hele werkwoord / irregular verbs
- Homework



Slide 2 - Tekstslide

Goals
  • Je weet wanneer je to be going to in het Engels moet gebruiken en je kunt het toepassen in een zin.
  • Je kunt informatie uit een tekst halen en deze informatie toepassen door het maken van vragen.

Slide 3 - Tekstslide

will + hele werkwoord

Slide 4 - Tekstslide

Will + hele ww
- iets aanbieden, beloftes, aankondigingen en besluiten.
- een voorspelling zonder bewijs.

Gebruik will + hele werkwoord
Ontkenning: will + not = won't
Vraag: will vooraan.

Slide 5 - Tekstslide

Will + hele ww

I've studied so hard for this test. I will get an A. I'm sure! 

                                                                                                      (voorspelling zonder bewijs)

Better bring an umbrella. It'll probably rain tonight.

                                                                                                      (voorspelling zonder bewijs)

I'll help you with those boxes.                                                                                 (aanbod)


Sure, we will not tell him that you are a few minutes later.              (instemming)


He won't give it back tomorrow!                                                                             (belofte)


Slide 6 - Tekstslide

Will = hele werkwoord
* bij vraagzinnen: voorstel of iets aanbieden;
                    - bij 'we' of 'I': shall
* will = 'll
* will not = won't






Slide 7 - Tekstslide

Recap: To be going to + hele ww

- iemand is iets wel/niet van plan in de toekomst.

He's going to live in Amsterdam, after he turns 18.
- voorspelling doen met bewijs.

Look at those dark clouds. It's going to rain.
am/are/is + going to + hele ww
ontkenning: am/are/is + not
vraag: vorm van 'to be' vooraan zetten (am/are/is).

Slide 8 - Tekstslide

To be going to

There's 5 minutes left. I am going to finish the chore.

                                                                                                             (voorspelling met bewijs)

I am going to buy new socks tomorrow.                                          (iets van plan zijn)


She is going to talk to her ex during the break.                            (iets van plan zijn)


We are going to send an email to our cousin in Canada.         (iets van plan zijn)


Slide 9 - Tekstslide

Wanneer gebruik je will?
A
Als je het zeker weet
B
Een voorspelling zonder bewijs
C
Een voorspelling met bewijs

Slide 10 - Quizvraag

Wanneer gebruik je to be going to?
A
Een voorspelling met bewijs
B
Een voorspelling zonder bewijs

Slide 11 - Quizvraag

I ...... visit my niece this week.
A
will
B
'm going to

Slide 12 - Quizvraag

You ..... probably win first prize.
A
will
B
are going to

Slide 13 - Quizvraag

You must be hungry.
I ... you a sandwich. (make)
A
am going to
B
make
C
will making
D
will make

Slide 14 - Quizvraag

I have no idea, but I have a feeling that my team ..... (win) tomorrow's match.
A
will win
B
is going to win

Slide 15 - Quizvraag

Look! He ...... fall of his bike!
A
will
B
is going to

Slide 16 - Quizvraag

They ..... be there on time.
A
are going to
B
won't

Slide 17 - Quizvraag

Marc ...... train this week. He's hurt his knee.
A
isn't going to
B
won't

Slide 18 - Quizvraag

The match ..... start in a few minutes.
A
is going to
B
will

Slide 19 - Quizvraag

We ........ watch a film tonight.
A
will
B
're going to

Slide 20 - Quizvraag

(+) Our guests _______(arrive) around ten c'clock

Slide 21 - Open vraag

(-) We _______(ask) you that again

Slide 22 - Open vraag

(?) _______(you/help) me look for my keys?

Slide 23 - Open vraag

_______(I/open) the door for you?

Slide 24 - Open vraag

Ik kan will en to be going to gebruiken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Irregular verbs

Slide 26 - Tekstslide

Irregular Verbs
Onregelmatige werkwoorden -> werkwoorden die geen voorspelbare vorm hebben in de past simple en de present perfect.

Je moet ze leren!
Voor Unit 3 vind je ze op blz. 144

Slide 27 - Tekstslide

Irregular verbs
zijn = to be - .... - ....

Slide 28 - Open vraag

Irregular verbs
doen = ... - ... - ...

Slide 29 - Open vraag

Irregular verbs:
vinden = to find - ... - ...

Slide 30 - Open vraag

Irregular verb
nemen = to take - ... - ...

Slide 31 - Open vraag

Irregular verb
denken = to think - ... - ...

Slide 32 - Open vraag

Irregular verbs
kopen = to buy - .......... - ............

Slide 33 - Open vraag

Irregular verbs
Vertellen = to tell - ........... - ..........

Slide 34 - Open vraag

Unit 3 - Money
Make exercise 19 + 20 (pp.102-103)

Check exercise 19 + 20
timer
7:00

Slide 35 - Tekstslide

Unit 3 - Money
If there is time ...

Get your iPad
Ga naar www.quizlet.live en voer de code in
of
scan de QR-code

Slide 36 - Tekstslide

Unit 3 - Money
Next class on Wednesday 8 November 

Homework:
Leren (PW op 24/11):

grammar unit 2: pp.137-139
vocabulary unit 2: pp.140-141
vocabulary unit 3: pp.146-147
Bring your book and your iPad (with a full battery)




Slide 37 - Tekstslide