In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Welkom bij de online les Nederlands:
Tip! Werk met een dubbel scherm! Split screen
Slide 1 - Tekstslide
Wat ga je vandaag doen?
Je gaat bij 2 teksten vragen beantwoorden, net als bij de toets in de toetsweek.
Lees van de 1e tekst de titel.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Waar moet je aan denken als je de titel van de tekst leest en de afbeelding bekijkt?
Slide 4 - Woordweb
Kernzinnen
De tekst bestaat uit 7 alinea's dus 7 kernzinnen. Per alinea gaan we kijken wat de belangrijkste zin is.
Slide 5 - Tekstslide
Lees de alinea en schrijf op wat de kernzin is.
Slide 6 - Open vraag
Lees de alinea en schrijf op wat de kernzin is.
Slide 7 - Open vraag
Lees de alinea en schrijf op wat de kernzin is.
Slide 8 - Open vraag
Lees de alinea en schrijf op wat de kernzin is.
Slide 9 - Open vraag
Lees de alinea en schrijf op wat de kernzin is.
Slide 10 - Open vraag
Lees de alinea en schrijf op wat de kernzin is.
Slide 11 - Open vraag
Lees de alinea en schrijf op wat de kernzin is.
Slide 12 - Open vraag
De volgende vragen gaan over de tekst.
Slide 13 - Tekstslide
De titel van de tekst is: 'Trainen zonder toeters en bellen'. Wat wordt hiermee bedoeld? Trainen in een sportschool
A
waar mobiele telefoons uit moeten staan
B
waarbij geen sportbegeleider aanwezig is
C
zonder lawaai op de achtergrond
D
zonder onnodige en dure extra's
Slide 14 - Quizvraag
Teksten kunnen op verschillende manieren beginnen. Hoe begint deze tekst? In alinea 1 wordt ...
A
een probleem genoemd waarvoor in de tekst oplossingen volgen
B
een samenvatting gegeven van de inhoud van de tekst die nog komt
C
een voorbeeld gegeven bij heet onderwerp waar de tekst over gaat
D
een deskundige over het onderwerp geïntroduceerd
Slide 15 - Quizvraag
Welk kopje geeft het best de inhoud weer van alinea 3?
A
Cardio- en krachtapparaten
B
Goedkoop fitnessen
C
Luxe extra's
D
Virtuele work-outs
Slide 16 - Quizvraag
'Andere beperken zich met een instructeur op een beeldscherm tot een virtuele work-out als spinning en bodypump'. Wat is een voorbeeld van een virtuele work-out? Het volgen van ...
A
een groepsles met instructeur van de sportschool
B
een op maat gemaakt trainingsprogramma
C
een sportles via de televisie
D
een training met een personal trainer
Slide 17 - Quizvraag
Wat is het verband tussen alinea 3 en 4?
A
Alinea 4 is een uitwerking van alinea 3
B
Alinea 4 trekt een conclusie uit alinea 3
C
Alinea 4 vormt een tegenstelling met alinea 3
D
Alinea 4 vormt samen met alinea 3 een opsomming
Slide 18 - Quizvraag
Alinea 6 begint met de zin: 'Het idee dat budgetclubs beknibbelen op de kwaliteit van apparatuur om kosten te drukken, is volgens Haver onzin'. Waarom is dat onzin?
A
De meeste leden hebben helemaal geen behoefte aan dure apparaten
B
Het bereiken van persoonlijke doelen is niet afhankelijke van dure apparatuur
C
In een budgetclub staat juist meestal kwalitatief goede apparatuur
D
Tegenwoordig bestaat er geen apparatuur meer van slechte kwaliteit
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
A
In eenvoudige sportscholen met maar 1 personeelslid kun je voor een paar euro per maand onbeperkt fitnessen
B
Mensen vinden het belangrijk om voor een bedrag van rond de €15 per maand op eigen houtje te sporten
C
Steeds meer mensen maken gebruik van de mogelijkheid om in een eenvoudige sportschool goedkoop te kunnen fitnessen
D
Veel bedrijven in Nederland bieden budgetfitness aan, omdat het goed is voor werknemers
Slide 20 - Quizvraag
Wat is het doel van de tekst?
A
de lezer informeren
B
de lezer overtuigen
C
de lezer tot handelen aanzetten/activeren
D
de lezer waarschuwen
Slide 21 - Quizvraag
Wat is de tekstvorm?
A
advertentie
B
instructie
C
krantenartikel
D
rapport
Slide 22 - Quizvraag
Tekst 2
Lees de advertentie goed!
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
In de advertentie zie je een foto van Gregory. Wat is de bedoeling van de afbeelding?
A
de aandacht van de lezer trekken
B
de informatie in de advertentie verduidelijken
C
extra informatie toevoegen die niet in de tekst staat
D
laten zien hoe blij Gregory is met zijn nieuwe baan
Slide 25 - Quizvraag
Wat is de bedoeling van de tekst 'ga vooruit!' boven de afbeelding? De tekst betekent hier dat ...
A
een aansporing voor mensen met een baan om te blijven solliciteren
B
een oproep aan mensen om gezond te leven en daarom te gaan bewegen
C
een oproep om op tijd een computer in huis te halen
D
een verzoek aan mensen zonder baan om te gaan solliciteren