N4 H3 studentenleven les 1 rekenen met verhoudingen

Wat is een breuk?
1 / 15
volgende
Slide 1: Woordweb
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat is een breuk?

Slide 1 - Woordweb

Slide 2 - Link

3.1 Wat leeft er op een cm2?
  1. Je kunt een deel van een hoeveelheid in drie stappen berekenen
  2. Je kunt drie delen van verschillende hoeveelheden vergelijken,
  3. Je kunt het geheel bepalen als je weet hoe groot het deel is en hoeveelste deel het is.

Slide 3 - Tekstslide

Uit hoofdstuk 2 Fitlife

Slide 4 - Tekstslide

1. Je kunt een deel van een hoeveelheid in drie stappen berekenen
.
.

De som is: 30 x 1/2 x 2/5 x 1/3=
1/2 is gelijk aan 0,5    
2/5 is gelijk aan 0,4    
1/3 is gelijk aan 0,33  
De som is: 30 x 0.5 x 0.4 x 0.33=

Hoe reken jij dit uit?





Slide 5 - Tekstslide

1/2 = x 0,5 of :2 x 1
breuk = x kommagetal of : door noemer x teller
Hoeveel weet jij er?

Slide 6 - Open vraag

2. Je kunt drie delen van verschillende hoeveelheden vergelijken
.
.
.
1. Bereken per klas het aantal brillen.
2. Welke klas heeft in verhouding de meeste brillen?
- maak van de breuk een kommagetal of een percentage
- bereken het aantal brillen per 100 leerlingen

Slide 7 - Tekstslide

Van breuk naar percentage:
teller : noemer x 100
1/2 - 3/8 - 2/15 - 6/12 - 1/10 - 5/21

Slide 8 - Open vraag

3. Je kunt het geheel bepalen als je weet hoe groot het deel is en hoeveelste deel het is.
.
Reken terug naar 1 deel en dan door naar het geheel
deel : teller x noemer = geheel
 2 meter : 2 x 3 = 3
Dit is ook een verhouding en terug rekenen naar 1


Slide 9 - Tekstslide

deel : teller x noemer = geheel
2/5 = 3
wat is het geheel?
A
3 : 2 x 5 = 7,5
B
3 : 5 x 2 = 1,2

Slide 10 - Quizvraag

Bedenk een opgave met minimaal 2 breuken........
(noteer)

Slide 11 - Tekstslide

Bedenk een opgave
met minimaal
2 breuken........

Slide 12 - Open vraag

Samengevat
Van breuk naar kommagetal   
teller : noemer = kommagetal
Van breuk naar percentage %   
teller : noemer x 100 = %
Geheel berekenen als je een deel weet   
deel : teller x noemer = geheel

Slide 13 - Tekstslide


Wat heb je geleerd?

Slide 14 - Open vraag

Maak les 3.1 en test jezelf

Slide 15 - Tekstslide