Let op: maanden schrijf je altijd met een HOOFDLETTER!
Slide 25 - Tekstslide
Wat is maandag in het Engels?
A
Tuesday
B
Saturday
C
Monday
D
Wednesday
Slide 26 - Quizvraag
Wat is donderdag in het Engels?
A
Tuesday
B
Thursday
Slide 27 - Quizvraag
Wat is woensdag in het Engels?
A
Wensday
B
Wendsday
C
Wodnesday
D
Wednesday
Slide 28 - Quizvraag
Talking about the calender, Page 22: Read the Stone. Team up with a classmate. Take turns asking and answering questions. Ask four questions from the Stone