Naarmate de oorlog voor de Duitsers steeds slechter begint te lopen moeten steeds meer Nederlanders verplicht naar Duitsland om te werken. De Arbeitseinzats noemen we dit.
Ook worden aan het einde van de oorlog veel Nederlandse producten in beslag genomen en naar Duitsland geexporteerd. Dit zorgt ervoor dat er na de oorlog eigenlijk overal gebrek aan is voor Nederlanders zelf.
Slide 7 - Tekstslide
Na de bevrijding
5 mei 1945 was iedereen dolblij. Maar daarna zinkt de ellende in.
Een kwart miljoen mensen waren tijdens de oorlog overleden. Een half miljoen Nederlanders had geen huis meer. Na de bevrijding waren er 800.000 mensen die geen andere kleren hadden als degene die ze aanhadden.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Marshallhulp bij de wederopbouw
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Het Harmoniemodel
Er zouden offers moeten worden gebracht. Vakbonden realiseerden zich samen met werkgevers dat stakingen voor enorme problemen zouden zorgen. Iedereen was het hierover met elkaar eens.
Dus kwam er de geleide loonpolitiek. Dit houd in dat de lonen een paar jaar laag bleven, zodat zoveel mogelijk mensen een baan konden hebben. In ruil voor die lage lonen kwam de overheid met allerlei sociale wetten, die voor de zwakkeren zouden zorgen. Denk aan de AOW.