Dinsdag 31 oktober

Dinsdag 31 oktober
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Dinsdag 31 oktober

Slide 1 - Tekstslide

Woordenschat
Doel: 
We leren nieuwe woorden 

Slide 2 - Tekstslide

Rekenen les 17
breuken 

Doel:
geld wisselen en teruggeven

Wat is wisselen?
Wat is teruggeven?



Slide 3 - Tekstslide

Maak zelf opdracht 1 en 2

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg 

Slide 5 - Tekstslide

Samen

Slide 6 - Tekstslide

Maak opdracht 5 t/m 8
Klaar?
Kijk na

Maak dan 
9 t/m 12

Kijk na

Slide 7 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 8 - Tekstslide

Luisteren
Je leert nieuwe woorden door te luisteren naar het journaal.

Slide 9 - Tekstslide

Begrijpend lezen 
Tekst 6
We lezen de tekst en maken de vragen.

Kerem, Maria en Nermin maken tekst 12 met mevrouw Wafaa.

Slide 10 - Tekstslide

Lezen
We lezen stil in ons eigen boek. 
Doel: we leren nieuwe woorden en we leren beter lezen. 

Slide 11 - Tekstslide

Grammatica
Toets maken

Kerem, Maria en Nermin samen met mevrouw Wafaa.

Slide 12 - Tekstslide

Taak  disk 
Praat en schrijf over gezond eten

1. Wat denk je? Eet je gezond?
Vul in. Zet kruisjes (x) in het schema.

Slide 13 - Tekstslide

2. Praat samen over gezond eten.

A stelt de vragen aan B.
A kiest daarna:
___ leeft gezond/niet zo gezond/ongezond.
Welke gezonde dingen eet je?
Welke ongezonde dingen eet je?
Eet je vaak ongezonde dingen?
Wat drink je meestal?
Eet en drink je veel vet en suiker?
Eet je veel groente en fruit?
Eet je veel of weinig?
Wil je iets anders doen? Wat?
Doe de opdracht nog een keer. Wissel van rol.
B kiest daarna:
___ leeft gezond/niet zo gezond/ongezond.



2. Praat samen over gezond eten.
A stelt de vragen aan B.
A kiest daarna:
___ leeft gezond/niet zo gezond/ongezond.

Welke gezonde dingen eet je?
Welke ongezonde dingen eet je?
Eet je vaak ongezonde dingen?
Wat drink je meestal?
Eet en drink je veel vet en suiker?
Eet je veel groente en fruit?
Eet je veel of weinig?
Wil je iets anders doen? Wat?
Doe de opdracht nog een keer. Wissel van rol.
B kiest daarna:
___ leeft gezond/niet zo gezond/ongezond.



Slide 14 - Tekstslide

3. Bedenk een advies.

Een vriend stuurt je een app. Lees de app en schrijf een advies.

Slide 15 - Tekstslide

Lesson up
Doel: we oefenen met de nieuw woorden.

Klaar?
Nog even in disk oefenen met de woorden van het thema eten. 

Slide 16 - Tekstslide